Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitgelezen (Nederlands) in het Frans
uitgelezen:
-
uitgelezen (heel mooi)
-
uitgelezen (voortreffelijk; subliem; superbe; uitstekend; puik; briljant; excellent; uitmuntend; uitgezocht; uitnemend)
excellent; superbe; sublime; très bien; impeccable; excellement; super; à merveille; à la perfection; le mieux de monde; parfaitement; parfait; de premier ordre; d'une façon parfaite; d'une façon sublime-
excellent bijvoeglijk naamwoord
-
superbe bijvoeglijk naamwoord
-
sublime bijvoeglijk naamwoord
-
très bien bijvoeglijk naamwoord
-
impeccable bijvoeglijk naamwoord
-
excellement bijvoeglijk naamwoord
-
super bijvoeglijk naamwoord
-
à merveille bijvoeglijk naamwoord
-
à la perfection bijvoeglijk naamwoord
-
le mieux de monde bijvoeglijk naamwoord
-
parfaitement bijvoeglijk naamwoord
-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
de premier ordre bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon parfaite bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon sublime bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor uitgelezen:
Verwante woorden van "uitgelezen":
Wiktionary: uitgelezen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitgelezen | → de choix | ↔ choice — especially good or preferred |
uitgelezen vorm van uitlezen:
-
uitlezen (aflezen)
finir un livre; achever de lire; lire; lire jusqu'au bout-
finir un livre werkwoord
-
achever de lire werkwoord
-
lire werkwoord (lis, lit, lisons, lisez, lisent, lisais, lisait, lisions, lisiez, lisaient, lus, lut, lûmes, lûtes, lurent, lirai, liras, lira, lirons, lirez, liront)
-
lire jusqu'au bout werkwoord
-
Conjugations for uitlezen:
o.t.t.
- lees uit
- leest uit
- leest uit
- lezen uit
- lezen uit
- lezen uit
o.v.t.
- las uit
- las uit
- las uit
- lazen uit
- lazen uit
- lazen uit
v.t.t.
- heb uitgelezen
- hebt uitgelezen
- heeft uitgelezen
- hebben uitgelezen
- hebben uitgelezen
- hebben uitgelezen
v.v.t.
- had uitgelezen
- had uitgelezen
- had uitgelezen
- hadden uitgelezen
- hadden uitgelezen
- hadden uitgelezen
o.t.t.t.
- zal uitlezen
- zult uitlezen
- zal uitlezen
- zullen uitlezen
- zullen uitlezen
- zullen uitlezen
o.v.t.t.
- zou uitlezen
- zou uitlezen
- zou uitlezen
- zouden uitlezen
- zouden uitlezen
- zouden uitlezen
en verder
- ben uitgelezen
- bent uitgelezen
- is uitgelezen
- zijn uitgelezen
- zijn uitgelezen
- zijn uitgelezen
diversen
- lees uit!
- leest uit!
- uitgelezen
- uitlezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitlezen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
achever de lire | aflezen; uitlezen | |
finir un livre | aflezen; uitlezen | |
lire | aflezen; uitlezen | afspelen; bestuderen; bijeen lezen; hardoplezen; lezen; voorlezen |
lire jusqu'au bout | aflezen; uitlezen | doorlezen; tot het einde lezen |
Wiktionary: uitlezen
uitlezen
verb
-
choisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi.
-
Action de faire un choix ; prendre une personne ou une chose de préférence à une autre ou à plusieurs autres.
-
Traduction à trier
-
Choisir entre deux ou plusieurs choses qu’on ne peut avoir ensemble, entre deux ou plusieurs partis pour l’un desquels il faut se déterminer.
Computer vertaling door derden: