Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- uitgedrukt:
- uitdrukken:
-
Wiktionary:
- uitdrukken → exprimer, représenter
- uitdrukken → exprimer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitgedrukt (Nederlands) in het Frans
uitgedrukt:
-
uitgedrukt (uitgeknepen)
Vertaal Matrix voor uitgedrukt:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pressé | uitgedrukt; uitgeknepen | dringend; gauw; gehaast; gejaagd; gestressed; haastend; haastig; ijlings; inderhaast; jachtig; klemmend; met spoed; spoedeisend; urgent |
uitgedrukt vorm van uitdrukken:
-
uitdrukken (uitdrukking geven aan; uiten; verwoorden; uiting geven aan; vertolken)
exprimer; raconter; prononcer; se manifester; interpréter; donner tournure à; manifester; dire; avancer; communiquer; traduire; parler; formuler; proférer; se traduire; imiter; s'exprimer; faire un discours-
exprimer werkwoord (exprime, exprimes, exprimons, exprimez, expriment, exprimais, exprimait, exprimions, exprimiez, exprimaient, exprimai, exprimas, exprima, exprimâmes, exprimâtes, exprimèrent, exprimerai, exprimeras, exprimera, exprimerons, exprimerez, exprimeront)
-
raconter werkwoord (raconte, racontes, racontons, racontez, racontent, racontais, racontait, racontions, racontiez, racontaient, racontai, racontas, raconta, racontâmes, racontâtes, racontèrent, raconterai, raconteras, racontera, raconterons, raconterez, raconteront)
-
prononcer werkwoord (prononce, prononces, prononçons, prononcez, prononcent, prononçais, prononçait, prononcions, prononciez, prononçaient, prononçai, prononças, prononça, prononçâmes, prononçâtes, prononcèrent, prononcerai, prononceras, prononcera, prononcerons, prononcerez, prononceront)
-
se manifester werkwoord
-
interpréter werkwoord (interprète, interprètes, interprétons, interprétez, interprètent, interprétais, interprétait, interprétions, interprétiez, interprétaient, interprétai, interprétas, interpréta, interprétâmes, interprétâtes, interprétèrent, interpréterai, interpréteras, interprétera, interpréterons, interpréterez, interpréteront)
-
donner tournure à werkwoord
-
manifester werkwoord (manifeste, manifestes, manifestons, manifestez, manifestent, manifestais, manifestait, manifestions, manifestiez, manifestaient, manifestai, manifestas, manifesta, manifestâmes, manifestâtes, manifestèrent, manifesterai, manifesteras, manifestera, manifesterons, manifesterez, manifesteront)
-
dire werkwoord (dis, dit, disons, dites, disent, disais, disait, disions, disiez, disaient, dîmes, dîtes, dirent, dirai, diras, dira, dirons, direz, diront)
-
avancer werkwoord (avance, avances, avançons, avancez, avancent, avançais, avançait, avancions, avanciez, avançaient, avançai, avanças, avança, avançâmes, avançâtes, avancèrent, avancerai, avanceras, avancera, avancerons, avancerez, avanceront)
-
communiquer werkwoord (communique, communiques, communiquons, communiquez, communiquent, communiquais, communiquait, communiquions, communiquiez, communiquaient, communiquai, communiquas, communiqua, communiquâmes, communiquâtes, communiquèrent, communiquerai, communiqueras, communiquera, communiquerons, communiquerez, communiqueront)
-
traduire werkwoord (traduis, traduit, traduisons, traduisez, traduisent, traduisais, traduisait, traduisions, traduisiez, traduisaient, traduisis, traduisit, traduisîmes, traduisîtes, traduisirent, traduirai, traduiras, traduira, traduirons, traduirez, traduiront)
-
parler werkwoord (parle, parles, parlons, parlez, parlent, parlais, parlait, parlions, parliez, parlaient, parlai, parlas, parla, parlâmes, parlâtes, parlèrent, parlerai, parleras, parlera, parlerons, parlerez, parleront)
-
formuler werkwoord (formule, formules, formulons, formulez, formulent, formulais, formulait, formulions, formuliez, formulaient, formulai, formulas, formula, formulâmes, formulâtes, formulèrent, formulerai, formuleras, formulera, formulerons, formulerez, formuleront)
-
proférer werkwoord (profère, profères, proférons, proférez, profèrent, proférais, proférait, proférions, profériez, proféraient, proférai, proféras, proféra, proférâmes, proférâtes, proférèrent, proférerai, proféreras, proférera, proférerons, proférerez, proféreront)
-
se traduire werkwoord
-
imiter werkwoord (imite, imites, imitons, imitez, imitent, imitais, imitait, imitions, imitiez, imitaient, imitai, imitas, imita, imitâmes, imitâtes, imitèrent, imiterai, imiteras, imitera, imiterons, imiterez, imiteront)
-
s'exprimer werkwoord
-
faire un discours werkwoord
-
-
uitdrukken (leegknijpen; uitknijpen)
exprimer; pincer; presser; éteindre-
exprimer werkwoord (exprime, exprimes, exprimons, exprimez, expriment, exprimais, exprimait, exprimions, exprimiez, exprimaient, exprimai, exprimas, exprima, exprimâmes, exprimâtes, exprimèrent, exprimerai, exprimeras, exprimera, exprimerons, exprimerez, exprimeront)
-
pincer werkwoord (pince, pinces, pinçons, pincez, pincent, pinçais, pinçait, pincions, pinciez, pinçaient, pinçai, pinças, pinça, pinçâmes, pinçâtes, pincèrent, pincerai, pinceras, pincera, pincerons, pincerez, pinceront)
-
presser werkwoord (presse, presses, pressons, pressez, pressent, pressais, pressait, pressions, pressiez, pressaient, pressai, pressas, pressa, pressâmes, pressâtes, pressèrent, presserai, presseras, pressera, presserons, presserez, presseront)
-
éteindre werkwoord (éteins, éteint, éteignons, éteignez, éteignent, éteignais, éteignait, éteignions, éteigniez, éteignaient, éteignis, éteignit, éteignîmes, éteignîtes, éteignirent, éteindrai, éteindras, éteindra, éteindrons, éteindrez, éteindront)
-
Conjugations for uitdrukken:
o.t.t.
- druk uit
- drukt uit
- drukt uit
- drukken uit
- drukken uit
- drukken uit
o.v.t.
- drukte uit
- drukte uit
- drukte uit
- drukten uit
- drukten uit
- drukten uit
v.t.t.
- heb uitgedrukt
- hebt uitgedrukt
- heeft uitgedrukt
- hebben uitgedrukt
- hebben uitgedrukt
- hebben uitgedrukt
v.v.t.
- had uitgedrukt
- had uitgedrukt
- had uitgedrukt
- hadden uitgedrukt
- hadden uitgedrukt
- hadden uitgedrukt
o.t.t.t.
- zal uitdrukken
- zult uitdrukken
- zal uitdrukken
- zullen uitdrukken
- zullen uitdrukken
- zullen uitdrukken
o.v.t.t.
- zou uitdrukken
- zou uitdrukken
- zou uitdrukken
- zouden uitdrukken
- zouden uitdrukken
- zouden uitdrukken
en verder
- ben uitgedrukt
- bent uitgedrukt
- is uitgedrukt
- zijn uitgedrukt
- zijn uitgedrukt
- zijn uitgedrukt
diversen
- druk uit!
- drukt uit!
- uitgedrukt
- uitdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitdrukken:
Wiktionary: uitdrukken
uitdrukken
Cross Translation:
verb
-
Manifester une pensée
-
présenter de nouveau.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitdrukken | → exprimer | ↔ express — to convey meaning |