Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitelkaar (Nederlands) in het Frans
uitelkaar:
-
uitelkaar (uit elkander; uit elkaar; uiteen; vaneen; van elkander; van elkaar)
séparé; en deux; séparément-
séparé bijvoeglijk naamwoord
-
en deux bijvoeglijk naamwoord
-
séparément bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor uitelkaar:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
en deux | uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen | doormidden; middendoor |
séparé | uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen | afgescheiden; afzonderlijk; apart; gesepareerd; ontbonden; opgeheven; separaat; uiteengegaan; uiteengevallen |
séparément | uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen | afzonderlijk; apart; separaat |