Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. uitbreken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitbreken (Nederlands) in het Frans

uitbreken:

uitbreken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. uitbreken (ontsnapping; uitbraak; ontvluchting)
    l'évasion; la fuite
    • évasion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fuite [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitbreken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuite ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken lek; lekkage; lekken
évasion ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken ontduiking