Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitblijven (Nederlands) in het Frans
uitblijven:
-
uitblijven (wegblijven)
tarder à arriver; ne pas venir; rester absent; ne pas se montrer; se faire attendre; ne pas se produire-
tarder à arriver werkwoord
-
ne pas venir werkwoord
-
rester absent werkwoord
-
ne pas se montrer werkwoord
-
se faire attendre werkwoord
-
ne pas se produire werkwoord
-
Conjugations for uitblijven:
o.t.t.
- blijf uit
- blijft uit
- blijft uit
- blijven uit
- blijven uit
- blijven uit
o.v.t.
- bleef uit
- bleef uit
- bleef uit
- bleven uit
- bleven uit
- bleven uit
v.t.t.
- ben uitgebleven
- bent uitgebleven
- is uitgebleven
- zijn uitgebleven
- zijn uitgebleven
- zijn uitgebleven
v.v.t.
- was uitgebleven
- was uitgebleven
- was uitgebleven
- waren uitgebleven
- waren uitgebleven
- waren uitgebleven
o.t.t.t.
- zal uitblijven
- zult uitblijven
- zal uitblijven
- zullen uitblijven
- zullen uitblijven
- zullen uitblijven
o.v.t.t.
- zou uitblijven
- zou uitblijven
- zou uitblijven
- zouden uitblijven
- zouden uitblijven
- zouden uitblijven
diversen
- blijf uit!
- blijft uit!
- uitgebleven
- uitblijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor uitblijven:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ne pas se montrer | uitblijven; wegblijven | |
ne pas se produire | uitblijven; wegblijven | |
ne pas venir | uitblijven; wegblijven | |
rester absent | uitblijven; wegblijven | |
se faire attendre | uitblijven; wegblijven | |
tarder à arriver | uitblijven; wegblijven |