Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tumor:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tumor (Nederlands) in het Frans

tumor:

tumor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tumor (knobbel; gezwel)
    la tumeur
    • tumeur [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tumor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tumeur gezwel; knobbel; tumor bobbel; bobbeltje; bolling; buil; bult; bultje; opgezwollen plek; opzetting; puistje; pukkel; steenpuist; zwelling

Verwante woorden van "tumor":

  • tumoren, tumors

Wiktionary: tumor

tumor
noun
  1. een gezwel

Cross Translation:
FromToVia
tumor néoplasme; tumeur neoplasm — abnormal new growth of disorganized tissue
tumor tumeur tumor — oncology, pathology: an abnormal growth