Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. trekkers:
  2. trekker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor trekkers (Nederlands) in het Frans

trekkers:

trekkers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de trekkers (tractoren)
    le tracteurs
  2. de trekkers (wandelaars)
    le randonneurs; le campeurs

Vertaal Matrix voor trekkers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
campeurs trekkers; wandelaars
randonneurs trekkers; wandelaars
tracteurs tractoren; trekkers

Verwante woorden van "trekkers":


trekkers vorm van trekker:

trekker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de trekker (trekster)
  2. de trekker (tractor)
    le tracteur
  3. de trekker (ruitenwisser; wisser)
    l'essuie-glace

Vertaal Matrix voor trekker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
campeuse trekker; trekster kampeerster
essuie-glace glazenwisser; ruitenwisser; trekker; wisser ruitenwisser; wisser
touriste voyageant d'une destination à l'autre trekker; trekster
tracteur tractor; trekker tractor; trekwagen

Verwante woorden van "trekker":


Wiktionary: trekker

trekker
noun
  1. machine qui sert à tirer, véhicule qui sert à remorquer.

Cross Translation:
FromToVia
trekker tracteur Traktor — ein schweres Fahrzeug in der Landwirtschaft, mit dem man zum Beispiel den Pflug zieht
trekker tracteur tractor — farm vehicle
trekker voyageur wayfarer — traveller