Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Frans ->Vertaal toevalligheid

Vertaal toevalligheid van Nederlands naar Frans

Overzicht

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

toevalligheid:
- coïncidence; hasard
toevallig:
- accidentellement; par hasard
Wiktionary:
- toevalligheid → hasard
- toevallig → par hasard
- toevallig → accidentel, fortuit
- toevallig → accidentellement, par hasard, fortuit, fortuite, occasionnel, aléatoire, stochastique

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor toevalligheid (Nederlands) in het Frans

toevalligheid:

toevalligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de toevalligheid (toeval)
la coïncidence; l'hasard
- coïncidence [la ~] zelfstandig naamwoord
- hasard [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor toevalligheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
coïncidence	toeval; toevalligheid	samenlopen; samenvallen
hasard	toeval; toevalligheid

Verwante woorden van "toevalligheid":

toevalligheden, toevallig

Wiktionary: toevalligheid

toevalligheid

noun

Fortune, sort, destin ; cas fortuit, imprévu
- hasard → toevalligheid; toeval

toevalligheid vorm van toevallig:

toevallig bijvoeglijk naamwoord

toevallig
accidentellement; par hasard
- accidentellement bijvoeglijk naamwoord
- par hasard bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor toevallig:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	eventueel; mogelijk
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	misschien; wellicht
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accidentellement	toevallig
par hasard	toevallig	bij toeval

Verwante woorden van "toevallig":

toevalligheid, toevalliger, toevalligere, toevalligst, toevalligste, toevallige

Synoniemen voor "toevallig":

eventueel; misschien; mogelijk; wellicht

Antoniemen van "toevallig":

stellig

Verwante definities voor "toevallig":

wat kan gebeuren¹
- kom je toevallig langs een groenteman?¹
door een samenloop van omstandigheden¹
- ik heb hem toevallig ontmoet¹
zoals het nu eenmaal is¹
- toevallig ben ik de sterkste¹

Wiktionary: toevallig

toevallig

adverb

bij toeval , niet met opzet
- toevallig → par hasard

toevallig

adjective

Qui arrive par accident.
- accidentel → accidenteel; toevallig; bijkomstig; incidenteel
Qui arrive ou qu’on croit arriver par hasard, d’une manière imprévue.
- fortuit → toevallig

-
- accidentellement → bij toeval; toevallig; toevalligerwijze

adverb

De manière fortuite, accidentelle.
- par hasard → bij toeval; toevallig

Cross Translation:

From	To	Via
• toevallig	→ accidentellement	↔ accidentally — unexpectedly, unintentionally
• toevallig	→ par hasard	↔ by chance — Accidental(ly) or unexpected(ly)
• toevallig	→ fortuit; fortuite	↔ fortuitous — happening by chance, not necessarily a lucky one
• toevallig	→ occasionnel	↔ occasional — limited to certain occasions; not very often
• toevallig	→ aléatoire	↔ random — all outcomes being unpredictable
• toevallig	→ stochastique; aléatoire	↔ anorganisch — nicht nach bestimmten, natürlichen Regeln ablaufend
• toevallig	→ par hasard	↔ zufällig — unvorhersehbar und ohne Absicht geschehend, durch Zufall

¹Muiswerk Woordenboek