Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- toepasselijkheid:
- toepasselijk:
-
Wiktionary:
- toepasselijk → applicable, convenable, prédicable, raisonnable
- toepasselijk → approprié
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor toepasselijkheid (Nederlands) in het Frans
toepasselijkheid:
-
de toepasselijkheid (toepasbaarheid)
Vertaal Matrix voor toepasselijkheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
efficacité | toepasbaarheid; toepasselijkheid | doelmatigheid; doeltreffendheid; effectiviteit; nuttig effect; rendement |
pertinence | toepasbaarheid; toepasselijkheid | geslepenheid; gewiekstheid; puntig zijn; puntigheid; relevantie; scherpheid; scherpte; spitsheid; treffendheid |
viabilité | toepasbaarheid; toepasselijkheid |
Verwante woorden van "toepasselijkheid":
toepasselijkheid vorm van toepasselijk:
-
toepasselijk (treffend)
approprié; bien placé; qui va droit au but; frappant; à propos-
approprié bijvoeglijk naamwoord
-
bien placé bijvoeglijk naamwoord
-
qui va droit au but bijvoeglijk naamwoord
-
frappant bijvoeglijk naamwoord
-
à propos bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor toepasselijk:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
approprié | toepasselijk; treffend | adequaat; billijk; correct; gepast; geschikt; geëigend; goed; juist; keurig; netjes; passend; precies; redelijk; schappelijk; toepasbaar |
bien placé | toepasselijk; treffend | |
frappant | toepasselijk; treffend | bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; eruitspringend; extreem; frappant; in het oog lopend; in het oog springend; kenschetsend; mateloos; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; tekenend; tomeloos; treffend; typerend; uitermate; uitsteken |
qui va droit au but | toepasselijk; treffend | trefzeker |
à propos | toepasselijk; treffend | adrem; apropos; bijdehand; gelegen; gevat; raak; snedig; terzake; trouwens; van pas; à propos |
Verwante woorden van "toepasselijk":
Wiktionary: toepasselijk
toepasselijk
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toepasselijk | → approprié | ↔ appropriate — peculiar, suitable, fit, proper |