Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tiet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tiet (Nederlands) in het Frans

tiet:

tiet [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tiet (vrouwenborst)
    le téton; le nichon; le néné; le buste féminin; la poitrine; le sein; la gorge; le buste
    • téton [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nichon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • néné [le ~] zelfstandig naamwoord
    • buste féminin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • poitrine [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sein [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gorge [la ~] zelfstandig naamwoord
    • buste [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tiet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buste tiet; vrouwenborst aard; bovenlichaam; bovenlijf; buste; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur
buste féminin tiet; vrouwenborst
gorge tiet; vrouwenborst engte; gleuf; hals; keel; keelgat; kier; opening; sleuf; smalheid; smalte; strot
nichon tiet; vrouwenborst
néné tiet; vrouwenborst
poitrine tiet; vrouwenborst aard; borst; borstkassen; buste; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur; ribbenkasten
sein tiet; vrouwenborst moederschoot; schoot
téton tiet; vrouwenborst

Verwante woorden van "tiet":


Wiktionary: tiet

tiet
noun
  1. partie charnue et glanduleux du sein des mammifères femelles où se forme le lait.

Cross Translation:
FromToVia
tiet tétine; mamelle ZitzeBiologie: zum Säugen dienendes Organ bei weiblichen Säugetieren
tiet glande mammaire tit — a mammary gland, teat
tiet nichon; lolo; néné tit — (slang, vulgar) a woman's breast