Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abondance
|
overdaad; overmaat; surplus; teveel
|
berg; buitensporigheid; exces; grote hoeveelheid; hoop; luxe; massa; overdaad; overdadig zijn; overvloed; overvloedig zijn; overvloedigheid; pracht; rijkelijkheid; talrijkheid; veelheid; weelde; weelderigheid
|
bonus
|
agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel
|
|
débordement
|
overdaad; overmaat; surplus; teveel
|
buitensporigheid; exces; overdaad; overkoking; overstroming; overvloed; stortvloed; wolkbreuk
|
excès
|
overdaad; overmaat; surplus; teveel
|
bandeloosheid; buitenissigheid; buitensporigheid; exces; grens; grenzeloosheid; limiet; losbandigheid; mateloosheid; overdaad; overdaden; overdrevenheid; overmaten; overvloed; uiterste; uitspatting; uitwas; woede-uitbarsting; zedeloosheid
|
excédent
|
overdaad; overmaat; surplus; teveel
|
buitensporigheid; exces; overdaad; overvloed; overwaarde
|
prime
|
agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel
|
arbeidsloon; beloning; bezoldiging; bonus; eerbewijs; extra beloning; extraatje; gage; gratificatie; honorarium; loon; premie; prijs; salaris; soldij; tantième; toegift; toeslag; traktement; verdienste; vergoeding; verzekeringspremie; wedde; winstaandeel; winstdeel; winstdeling; winstuitkering
|
supplément
|
agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel
|
aanhangsel; aanvulling; addendum; additie; appendix; bijbetaling; bijlage; bijmenging; bijvoeging; bijvoegsel; bonus; completering; extraatje; meezending; premie; supplement; suppletie; tantième; toegift; toelichting; toeslag; toevoeging; toevoegsel; verzekeringspremie; voltooiing; winstaandeel; winstdeling; winstuitkering
|
surplus
|
agio; exces; overdaad; overmaat; overschot; rest; surplus; teveel
|
buitensporigheid; exces; overdaad; overmaat; overschotten; overvloed; resten; rijkelijke maat; saldo
|