Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. terugvallen:
  2. terugval:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terugvallen (Nederlands) in het Frans

terugvallen:

terugvallen werkwoord (val terug, valt terug, viel terug, vielen terug, teruggevallen)

  1. terugvallen (achteropraken)
    retomber; rechuter; prendre du retard; retarder; perdre du terrain
    • retomber werkwoord (retombe, retombes, retombons, retombez, )
    • rechuter werkwoord
    • prendre du retard werkwoord
    • retarder werkwoord (retarde, retardes, retardons, retardez, )
    • perdre du terrain werkwoord

Conjugations for terugvallen:

o.t.t.
  1. val terug
  2. valt terug
  3. valt terug
  4. vallen terug
  5. vallen terug
  6. vallen terug
o.v.t.
  1. viel terug
  2. viel terug
  3. viel terug
  4. vielen terug
  5. vielen terug
  6. vielen terug
v.t.t.
  1. ben teruggevallen
  2. bent teruggevallen
  3. is teruggevallen
  4. zijn teruggevallen
  5. zijn teruggevallen
  6. zijn teruggevallen
v.v.t.
  1. was teruggevallen
  2. was teruggevallen
  3. was teruggevallen
  4. waren teruggevallen
  5. waren teruggevallen
  6. waren teruggevallen
o.t.t.t.
  1. zal terugvallen
  2. zult terugvallen
  3. zal terugvallen
  4. zullen terugvallen
  5. zullen terugvallen
  6. zullen terugvallen
o.v.t.t.
  1. zou terugvallen
  2. zou terugvallen
  3. zou terugvallen
  4. zouden terugvallen
  5. zouden terugvallen
  6. zouden terugvallen
diversen
  1. val terug!
  2. valt terug!
  3. teruggevallen
  4. terugvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

terugvallen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. terugvallen (sterk in waarde dalen; inzakken; kelderen)
    la chute; l'abaissement

Vertaal Matrix voor terugvallen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abaissement inzakken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen deemoediging; degradatie; ducking; terugzetting; verlaging; vernedering
chute inzakken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen afname; daling; debacle; decadentie; minder worden; ondergang; teloorgang; tenondergang; terugloop; tuimelen; val; vallen; verwording
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perdre du terrain achteropraken; terugvallen
prendre du retard achteropraken; terugvallen achterlopen
rechuter achteropraken; terugvallen
retarder achteropraken; terugvallen ophouden; rekken; temporiseren; vertragen
retomber achteropraken; terugvallen afhangen; hangen

Verwante woorden van "terugvallen":


Wiktionary: terugvallen

terugvallen
verb
  1. tomber encore.

terugval:

terugval [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de terugval (recidive)
    la rechute; la récidive; le retour
    • rechute [la ~] zelfstandig naamwoord
    • récidive [la ~] zelfstandig naamwoord
    • retour [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor terugval:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechute recidive; terugval
retour recidive; terugval rentrees; retour; terugkeer; terugkeren; terugkomst; terugreis; terugweg; thuiskomst; thuisreis
récidive recidive; terugval

Verwante woorden van "terugval":