Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. terugdeinzen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terugdeinzen (Nederlands) in het Frans

terugdeinzen:

terugdeinzen werkwoord (deins terug, deinst terug, deinste terug, deinsten terug, teruggedeinst)

  1. terugdeinzen (achteruitgaan; terugschrikken; terugwijken; achteruitdeinzen)
    reculer devant; décroître; diminuer; avoir un mouvement de recul; se décourager; caner; perdre courage
    • reculer devant werkwoord
    • décroître werkwoord (décroîs, décroît, décroîssons, décroîssez, )
    • diminuer werkwoord (diminue, diminues, diminuons, diminuez, )
    • se décourager werkwoord
    • caner werkwoord
    • perdre courage werkwoord

Conjugations for terugdeinzen:

o.t.t.
  1. deins terug
  2. deinst terug
  3. deinst terug
  4. deinsen terug
  5. deinsen terug
  6. deinsen terug
o.v.t.
  1. deinste terug
  2. deinste terug
  3. deinste terug
  4. deinsten terug
  5. deinsten terug
  6. deinsten terug
v.t.t.
  1. ben teruggedeinst
  2. bent teruggedeinst
  3. is teruggedeinst
  4. zijn teruggedeinst
  5. zijn teruggedeinst
  6. zijn teruggedeinst
v.v.t.
  1. was teruggedeinst
  2. was teruggedeinst
  3. was teruggedeinst
  4. waren teruggedeinst
  5. waren teruggedeinst
  6. waren teruggedeinst
o.t.t.t.
  1. zal terugdeinzen
  2. zult terugdeinzen
  3. zal terugdeinzen
  4. zullen terugdeinzen
  5. zullen terugdeinzen
  6. zullen terugdeinzen
o.v.t.t.
  1. zou terugdeinzen
  2. zou terugdeinzen
  3. zou terugdeinzen
  4. zouden terugdeinzen
  5. zouden terugdeinzen
  6. zouden terugdeinzen
diversen
  1. deins terug!
  2. deinst terug!
  3. teruggedeinst
  4. terugdeinsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor terugdeinzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diminuer slijten; verslijten
décroître wegsterven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avoir un mouvement de recul achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken
caner achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken
diminuer achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken achteruitgaan; afnemen; bekorten; beperken; besparen; bezuinigen; dalen; declineren; inkorten; inkrimpen; inperken; kelderen; kleiner maken; kleiner worden; korten; korter maken; krimpen; matigen; met mate gebruiken; minder maken; minder worden; minderen; minimaliseren; reduceren; slinken; tanen; teruggaan; verkleinen; verkorten; verlagen; verminderen; vervallen; zakken
décroître achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken achteruitgaan; afnemen; beperken; dalen; declineren; inkrimpen; inperken; kelderen; kleiner maken; kleiner worden; krimpen; minder worden; minderen; minimaliseren; reduceren; slinken; tanen; teruggaan; verkleinen; verkorten; verlagen; verminderen; vervallen; zakken
perdre courage achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken moedeloos worden; versagen
reculer devant achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken terugschrikken voor
se décourager achteruitdeinzen; achteruitgaan; terugdeinzen; terugschrikken; terugwijken moedeloos worden; versagen

Wiktionary: terugdeinzen

terugdeinzen
Cross Translation:
FromToVia
terugdeinzen reculer recoil — to pull back, especially in disgust, horror or astonishment