Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terloops (Nederlands) in het Frans

terloops:

terloops bijvoeglijk naamwoord

  1. terloops (losjes; in het voorbijgaan)
    décontracté; incidemment; sans contrainte; familier; négligemment; entre la poire et le fromage; en courant; en passant
  2. terloops (vluchtig; kortstondig; haastig)
    fugace; éphémère; bref; court; rapidement; superficiel; superficielle; superficiellement; à la hâte; transitoire; évanescent
  3. terloops (terzijde)
    à côté; en passant; de côté; en aparté

Vertaal Matrix voor terloops:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
court tennisbaan; tennisveld
familier gast; habitué; stamgast; vaste klant
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bref haastig; kortstondig; terloops; vluchtig beknopt; bondig; eenvoudigweg; in het kort; kernachtig; kort; kortaf; kortom; kortweg; korzelig; minimaal; raak; samengevat; snauwend; summier; wrevelig; zonder omhaal
court haastig; kortstondig; terloops; vluchtig beknopt; kortaf; korzelig; snauwend; summier; wrevelig
de côté terloops; terzijde
décontracté in het voorbijgaan; losjes; terloops informeel; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; voorlopig; vrijblijvend
en aparté terloops; terzijde naar opzij; zijwaarts
en courant in het voorbijgaan; losjes; terloops lopend
en passant in het voorbijgaan; losjes; terloops; terzijde
entre la poire et le fromage in het voorbijgaan; losjes; terloops
familier in het voorbijgaan; losjes; terloops aangenaam; bekend; brutaal; familiair; fijn; gemeenzaam; genoeglijk; gezellig; huiselijk; informeel; knus; knusjes; lekker; makkelijk in de omgang; niet beschroomd; onbeschroomd; onderhoudend; plezierig; prettig; sociabel; stoutmoedig; tutoyerend; vertrouwd; voorlopig; vrijblijvend; vrijmoedig; vrijpostig
fugace haastig; kortstondig; terloops; vluchtig eindig; tijdelijk; vergankelijk; voorbijgaand
incidemment in het voorbijgaan; losjes; terloops
négligemment in het voorbijgaan; losjes; terloops door elkaar; dooreen; flodderig; haveloos; morsig; nalatig; onachtzaam; ranzig; slobberig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
rapidement haastig; kortstondig; terloops; vluchtig aanstonds; direct; flitsend; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; rap; snel; terstond; vlot; vluchtelings; vlug
sans contrainte in het voorbijgaan; losjes; terloops 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; in een handomdraai; informeel; logisch; moeiteloos; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld; onontkomelijk; onverplicht; spontaan; uit vrije wil; uiteraard; vanzelf; vanzelfsprekend; voorlopig; vrijblijvend; vrijwillig; zeker; zonder moeite; zonder twijfel
superficiel haastig; kortstondig; terloops; vluchtig ondiep; oppervlakkig; vluchtelings; zonder diepgang
superficielle haastig; kortstondig; terloops; vluchtig
superficiellement haastig; kortstondig; terloops; vluchtig vluchtelings
transitoire haastig; kortstondig; terloops; vluchtig de komende tijd; eindig; vergankelijk; voorbijgaand; voorlopig
à côté terloops; terzijde aangrenzend; aanpalend; behalve dat; belendend; bovendien; daarbij; daarenboven; dichtbij; ernaast; fout; foutief; hiernaast; in de buurt; mis; naar opzij; naast dit; nabij; nabijgelegen; naburig; omliggend; onjuist; onwaar; ten onrechte; verkeerd; vlakbij; zijwaarts
à la hâte haastig; kortstondig; terloops; vluchtig gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; in allerijl; inderhaast; jachtig; vliegensvlug; vluchtelings
éphémère haastig; kortstondig; terloops; vluchtig eindig; tijdelijk; vergankelijk; voorbijgaand
évanescent haastig; kortstondig; terloops; vluchtig

Verwante woorden van "terloops":

  • terloopsheid, terloopse

Wiktionary: terloops


Cross Translation:
FromToVia
terloops à propos apropos — by the way