Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. telgen:
  2. telg:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor telgen (Nederlands) in het Frans

telgen:

telgen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de telgen (nageslacht; kinderen; nakomelingen; )
    le rejetons; le descendants; la progéniture; la descendance
  2. de telgen (nakomelingen; afstammelingen)
    le descendants

Vertaal Matrix voor telgen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descendance broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen afkomst; afstammen; afstamming; broed; broedsel; gebroed; herkomst; komaf; origine; spruiten
descendants afstammelingen; broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen
progéniture broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen broed; broedsel; gebroed
rejetons broed; gebroed; kinderen; kroost; nageslacht; nakomelingen; telgen broed; broedsel; gebroed

Verwante woorden van "telgen":


telgen vorm van telg:

telg [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de telg (afstammeling; nakomeling)
    le descendant; le rejeton

Vertaal Matrix voor telg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descendant afstammeling; nakomeling; telg descendant
rejeton afstammeling; nakomeling; telg loot; scheut; spruit; stekje
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
descendant afvloeiend; benedenwaarts; naar beneden

Verwante woorden van "telg":


Wiktionary: telg


Cross Translation:
FromToVia
telg descendant descendant — one who is the progeny of someone
telg descendant; descendante scion — descendant