Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- tegensputteren:
-
Wiktionary:
- tegensputteren → rouspéter
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tegensputteren (Nederlands) in het Frans
tegensputteren:
tegensputteren werkwoord (sputter tegen, sputtert tegen, sputterde tegen, sputterden tegen, tegengesputterd)
-
tegensputteren (protesteren; sputteren; tegenpruttelen)
ronchonner; rouspéter; regimber-
ronchonner werkwoord (ronchonne, ronchonnes, ronchonnons, ronchonnez, ronchonnent, ronchonnais, ronchonnait, ronchonnions, ronchonniez, ronchonnaient, ronchonnai, ronchonnas, ronchonna, ronchonnâmes, ronchonnâtes, ronchonnèrent, ronchonnerai, ronchonneras, ronchonnera, ronchonnerons, ronchonnerez, ronchonneront)
-
rouspéter werkwoord (rouspète, rouspètes, rouspétons, rouspétez, rouspètent, rouspétais, rouspétait, rouspétions, rouspétiez, rouspétaient, rouspétai, rouspétas, rouspéta, rouspétâmes, rouspétâtes, rouspétèrent, rouspéterai, rouspéteras, rouspétera, rouspéterons, rouspéterez, rouspéteront)
-
regimber werkwoord
-
Conjugations for tegensputteren:
o.t.t.
- sputter tegen
- sputtert tegen
- sputtert tegen
- sputteren tegen
- sputteren tegen
- sputteren tegen
o.v.t.
- sputterde tegen
- sputterde tegen
- sputterde tegen
- sputterden tegen
- sputterden tegen
- sputterden tegen
v.t.t.
- heb tegengesputterd
- hebt tegengesputterd
- heeft tegengesputterd
- hebben tegengesputterd
- hebben tegengesputterd
- hebben tegengesputterd
v.v.t.
- had tegengesputterd
- had tegengesputterd
- had tegengesputterd
- hadden tegengesputterd
- hadden tegengesputterd
- hadden tegengesputterd
o.t.t.t.
- zal tegensputteren
- zult tegensputteren
- zal tegensputteren
- zullen tegensputteren
- zullen tegensputteren
- zullen tegensputteren
o.v.t.t.
- zou tegensputteren
- zou tegensputteren
- zou tegensputteren
- zouden tegensputteren
- zouden tegensputteren
- zouden tegensputteren
en verder
- ben tegengesputterd
- bent tegengesputterd
- is tegengesputterd
- zijn tegengesputterd
- zijn tegengesputterd
- zijn tegengesputterd
diversen
- sputter tegen!
- sputtert tegen!
- tegengesputterd
- tegensputterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor tegensputteren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
regimber | protesteren; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren | |
ronchonner | protesteren; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren | brommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mompelen; mopperen; morren; over iets mopperen; prevelen; pruttelen |
rouspéter | protesteren; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren | brommen; foeteren; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; misnoegen uiten; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen; zeuren |
Wiktionary: tegensputteren
tegensputteren
verb
tegensputteren
-
al mopperend protesteren
- tegensputteren → rouspéter
verb
-
Manifester sa mauvaise humeur, son mécontentement, maugréer, protester.