Nederlands
Uitgebreide vertaling voor tegenpruttelen (Nederlands) in het Frans
tegenpruttelen:
tegenpruttelen werkwoord (pruttel tegen, pruttelt tegen, pruttelde tegen, pruttelden tegen, tegengeprutteld)
-
tegenpruttelen (tegensputteren; protesteren; sputteren)
ronchonner; rouspéter; regimber-
ronchonner werkwoord (ronchonne, ronchonnes, ronchonnons, ronchonnez, ronchonnent, ronchonnais, ronchonnait, ronchonnions, ronchonniez, ronchonnaient, ronchonnai, ronchonnas, ronchonna, ronchonnâmes, ronchonnâtes, ronchonnèrent, ronchonnerai, ronchonneras, ronchonnera, ronchonnerons, ronchonnerez, ronchonneront)
-
rouspéter werkwoord (rouspète, rouspètes, rouspétons, rouspétez, rouspètent, rouspétais, rouspétait, rouspétions, rouspétiez, rouspétaient, rouspétai, rouspétas, rouspéta, rouspétâmes, rouspétâtes, rouspétèrent, rouspéterai, rouspéteras, rouspétera, rouspéterons, rouspéterez, rouspéteront)
-
regimber werkwoord
-
Conjugations for tegenpruttelen:
o.t.t.
- pruttel tegen
- pruttelt tegen
- pruttelt tegen
- pruttelen tegen
- pruttelen tegen
- pruttelen tegen
o.v.t.
- pruttelde tegen
- pruttelde tegen
- pruttelde tegen
- pruttelden tegen
- pruttelden tegen
- pruttelden tegen
v.t.t.
- heb tegengeprutteld
- hebt tegengeprutteld
- heeft tegengeprutteld
- hebben tegengeprutteld
- hebben tegengeprutteld
- hebben tegengeprutteld
v.v.t.
- had tegengeprutteld
- had tegengeprutteld
- had tegengeprutteld
- hadden tegengeprutteld
- hadden tegengeprutteld
- hadden tegengeprutteld
o.t.t.t.
- zal tegenpruttelen
- zult tegenpruttelen
- zal tegenpruttelen
- zullen tegenpruttelen
- zullen tegenpruttelen
- zullen tegenpruttelen
o.v.t.t.
- zou tegenpruttelen
- zou tegenpruttelen
- zou tegenpruttelen
- zouden tegenpruttelen
- zouden tegenpruttelen
- zouden tegenpruttelen
en verder
- ben tegengeprutteld
- bent tegengeprutteld
- is tegengeprutteld
- zijn tegengeprutteld
- zijn tegengeprutteld
- zijn tegengeprutteld
diversen
- pruttel tegen!
- pruttelt tegen!
- tegengeprutteld
- tegenpruttelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor tegenpruttelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
regimber | protesteren; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren | |
ronchonner | protesteren; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren | brommen; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; mompelen; mopperen; morren; over iets mopperen; prevelen; pruttelen |
rouspéter | protesteren; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren | brommen; foeteren; kankeren; klagen; knorren; knorrend geluid maken; misnoegen uiten; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen; zeuren |