Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. tang:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tang (Nederlands) in het Frans

tang:

tang [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tang (klem)
    la tenailles; la pince; la pince à courber; l'agrafe; la pincette
  2. de tang
    la pinces
    • pinces [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agrafe klem; tang angel; klinknagel; krammetje; nagel; nietje; spijker; vishaak; weerhaak
pince klem; tang klemblokje; knijper; pincet; revolvertang; tangetje; wasknijper
pince à courber klem; tang buigtang; tang om iets te buigen
pinces tang grijporgaan
pincette klem; tang knijper; pincet; splintertangetje; tangetje; wasknijper
tenailles klem; tang knijptang; nijptang

Verwante woorden van "tang":

  • tangen

Verwante definities voor "tang":

  1. gereedschap van twee scharnierende delen waarmee je iets kunt pakken1
    • met een tang trok ik de spijker uit het hout1

Wiktionary: tang

tang
noun
  1. Outil ou instrument comportant deux mâchoires au bout de branches croisées ou liées à l’autre extrémité.

Cross Translation:
FromToVia
tang pince Zange — ein Werkzeug aus zwei ineinandergreifenden Backen, welche nach unten hin für die händische Bedienung als Schenkel verlängert sind
tang tenaille pincers — gripping tool
tang pince; pinces pliers — gripping tool which multiplies the strength of the user's hand
tang pinces tongs — an instrument

Verwante vertalingen van tang