Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor taalvaardigheid (Nederlands) in het Frans

taalvaardigheid:

taalvaardigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de taalvaardigheid (taalbeheersing)
    la connaissances linguistiques; la connaissances de la langue; l'acquisition de la langue; la langue; l'éloquence

Vertaal Matrix voor taalvaardigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acquisition de la langue taalbeheersing; taalvaardigheid
connaissances de la langue taalbeheersing; taalvaardigheid
connaissances linguistiques taalbeheersing; taalvaardigheid
langue taalbeheersing; taalvaardigheid spraak; taal
éloquence taalbeheersing; taalvaardigheid fijnbespraaktheid; overtuigingskracht; redekunst; retorica; retoriek; welbespraaktheid; welsprekendheid; zeggingskracht

Verwante woorden van "taalvaardigheid":

  • taalvaardigheden

Wiktionary: taalvaardigheid

taalvaardigheid
noun
  1. de vaardigheid van een vlot gebruik van de taal