Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. superieuren:
  2. superieur:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor superieuren (Nederlands) in het Frans

superieuren:

superieuren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de superieuren (meerderen)
    la majorité

Vertaal Matrix voor superieuren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
majorité meerderen; superieuren grootste deel; gros; meerderheid; meerderjarigheid; meerderjarigverklaring; merendeel; mondigheid; mondigheidsverklaring

Verwante woorden van "superieuren":


superieur:

superieur bijvoeglijk naamwoord

  1. superieur
    supérieur; suprême; incomparable

superieur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de superieur (baas; meester; meerdere; patroon)
    le maître; le supérieur; le chef; le principal; le patron; le parrain; le directeur; la tête; le mentor
    • maître [le ~] zelfstandig naamwoord
    • supérieur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chef [le ~] zelfstandig naamwoord
    • principal [le ~] zelfstandig naamwoord
    • patron [le ~] zelfstandig naamwoord
    • parrain [le ~] zelfstandig naamwoord
    • directeur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tête [la ~] zelfstandig naamwoord
    • mentor [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de superieur (meerdere)
    le supérieur

Vertaal Matrix voor superieur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chef baas; meerdere; meester; patroon; superieur aanvoerder; aanvoerster; baas; bevelhebber; chef; commandant; directeur; eerste chef; hoofd; hoofdaanvoerder; hoofdleider; hoofdman; hoogste man; hopman; kapitein; leider; leidster; leidsvrouw; opperhoofd; overste; stamhoofd; topman; voorman; voorvrouw; werkbaas
directeur baas; meerdere; meester; patroon; superieur aanvoerder; baas; bedrijfsleider; bestuurder; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; hoofdonderwijzer; kapitein; kopstuk; manager; rector; schooldirecteur; schoolhoofd; voorzitter
maître baas; meerdere; meester; patroon; superieur autoriteit; docent; gezagsorgaan; gouverneur; heer; heerser; instantie; instructeur; kampioen; landvoogd; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; machthebber; maestro; magister; meester; onderwijzer; overheerser; overweldiger; pedant; regent; rijksbestuurder; schoolmeester; soeverein; stadhouder
mentor baas; meerdere; meester; patroon; superieur begeleider; docent; gids; instructeur; leermeester; leidsman; leraar; loods; mentor; reisbegeleider; studieleider
parrain baas; meerdere; meester; patroon; superieur baas; begeleider; chef; gids; hoofd; leidsman; loods; peetoom; peetvader; peter
patron baas; meerdere; meester; patroon; superieur aanvoerder; baas; begeleider; begunstiger; beschermheer; beschermheilige; bevelhebber; chef; commandant; dessin; directeur; donateur; gids; gildepatroon; heilige; hoofd; kapitein; knippatroon; leider; leidsman; loods; mal; mecenas; modelvorm; motief; patroon; raderblad; schenker; schutspatroon; sjablone; sjabloon; tekening; vlootschipper; voorman; werkbaas; werkgever
principal baas; meerdere; meester; patroon; superieur belangrijkste; belangrijkste geldbedrag; beveiligingsprincipal; hoofdsom; hoofdzaak; principal; voornaamste
supérieur baas; meerdere; meester; patroon; superieur baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kloosteroverste; moeder overste; overste
tête baas; meerdere; meester; patroon; superieur aanvoeren; aanvoering; aanvoerster; baas; bol; chef; hoofd; hoofd van een mens; kop; kopzin; leiding; leidster; leidsvrouw; voorgaan; voorman; voorvrouw; werkbaas
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
directeur richtinggevend
incomparable superieur apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; uniek; weergaloos
principal hoofd; hoogste; opperste; voornaamst; voornaamste
suprême superieur allerhoogst; bovenst; bovenste; hoogst; opperst; opperste
supérieur superieur aanmatigend; arrogant; befaamd; bovenst; bovenste; eersteklas; eersterangs; geacht; geringschattend; hautain; honend; hooggeplaatst; hooggezeten; hooghartig; hoogmoedig; hoogwaardig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opperst; opperste; perfect; prima; prominent; smalend; spottend; top; tot de beste klasse behorend; trots; uit de hoogte; uitstekend; van goede kwaliteit; verwaand; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; zelfgenoegzaam; zelfingenomen

Verwante woorden van "superieur":


Wiktionary: superieur

superieur
Cross Translation:
FromToVia
superieur supérieur superior — higher in rank or quality