Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. summum:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor summum (Nederlands) in het Frans

summum:

summum [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het summum (top; piek; hoogtepunt; toppunt)
    le sommet; le summum; le comble
    • sommet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • summum [le ~] zelfstandig naamwoord
    • comble [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor summum:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comble hoogtepunt; piek; summum; top; toppunt culminatie; dakbint; dakspant; dakstoel; hoogtepunt; piek; spant; top; toppunt; zenit
sommet hoogtepunt; piek; summum; top; toppunt bergspits; bergtop; centrumspits; culminatie; dakvorst; hoekpunt; hoogst bereikbare punt; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; kruin; nok; piek; spits; top; topconferentie; topontmoeting; toppunt; zenit
summum hoogtepunt; piek; summum; top; toppunt hoogtepunt; piek; top; toppunt; zenit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comble boordevol; gevuld; knalvol; opgepropt; opgevuld; overvol; propvol; stampvol; tjokvol; vol; volgestopt; volop

Wiktionary: summum

summum
noun
  1. Point où un astre se trouve à sa plus grande distance de la Terre.

Cross Translation:
FromToVia
summum incarnation InbegriffAssoziation, typischer Vertreter einer Gruppe