Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. suffig:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor suffige (Nederlands) in het Frans

suffig:

suffig bijvoeglijk naamwoord

  1. suffig (slaperig; versuft; lodderig; dommelig)
    ensommeillé; somnolent; pris de sommeil

Vertaal Matrix voor suffig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ensommeillé dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft
pris de sommeil dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft soezig
somnolent dommelig; lodderig; slaperig; suffig; versuft doezelig; dromerig; mijmerend; slaapdronken; soezend; soezerig; soezig; suf; suffend

Verwante woorden van "suffig":

  • suffigheid, suffige