Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- stugheid:
- stug:
-
Wiktionary:
- stug → dur, raide, rigide
- stug → dur, impitoyable, inflexible, insensible, solide, fort, cassant, rigide, raide, guindé
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stugheid (Nederlands) in het Frans
stugheid:
-
de stugheid (starheid; stijfheid; strafheid; stuursheid)
Vertaal Matrix voor stugheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
inflexibilité | starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid | onbuigbaarheid; onvermurwbaarheid; onwrikbaarheid |
raideur | starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid | onbuigbaarheid; steilheid; steilte; stijfte; verstijfdheid; verstijving |
rigidité | starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid | onbuigzaamheid; onverzettelijkheid; stijfte; verstijfdheid |
sévérité | starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid | ernst; gestrengheid; onverbiddelijkheid; strengheid |
Verwante woorden van "stugheid":
stug:
-
stug (stijfkoppig; onbuigzaam; onverzettelijk; taai)
récalcitrant; serré; raide; rebelle; tendu; tenace; obstiné; en rebelle; insubordonnée; fixe; réticent; taciturne; têtu; rigide; retenu; réservé; impassible; intransigeant; inébranlable; à contrecoeur; insoumis; inflexible; revêche; fixement; indocile; d'une façon récalcitrante-
récalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
serré bijvoeglijk naamwoord
-
raide bijvoeglijk naamwoord
-
rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
tendu bijvoeglijk naamwoord
-
tenace bijvoeglijk naamwoord
-
obstiné bijvoeglijk naamwoord
-
en rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
insubordonnée bijvoeglijk naamwoord
-
fixe bijvoeglijk naamwoord
-
réticent bijvoeglijk naamwoord
-
taciturne bijvoeglijk naamwoord
-
têtu bijvoeglijk naamwoord
-
rigide bijvoeglijk naamwoord
-
retenu bijvoeglijk naamwoord
-
réservé bijvoeglijk naamwoord
-
impassible bijvoeglijk naamwoord
-
intransigeant bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
à contrecoeur bijvoeglijk naamwoord
-
insoumis bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
revêche bijvoeglijk naamwoord
-
fixement bijvoeglijk naamwoord
-
indocile bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon récalcitrante bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stug:
Verwante woorden van "stug":
Synoniemen voor "stug":
Antoniemen van "stug":
Verwante definities voor "stug":
Wiktionary: stug
stug
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stug | → dur | ↔ hart — nur mit großem Kraftaufwand verformbar |
• stug | → dur; impitoyable; inflexible; insensible | ↔ hart — nicht von Mitleid, Mitgefühl oder Barmherzigkeit geleitet - derart, dass es an Grausamkeit grenzt. |
• stug | → dur; solide; fort | ↔ hart — mit großer Kraft |
• stug | → cassant | ↔ spröde — von Werkstoffen, Materialien: brüchig, leicht reißend |
• stug | → rigide; raide | ↔ steif — unbiegsam, fest, starr |
• stug | → raide | ↔ steif — mehr oder weniger medizinisch und nur auf den Körper bezogen: in einzelnen Gelenken oder dem ganzen Körper entweder vorübergehend oder auch dauerhaft wenig beweglich, ungelenk |
• stug | → guindé | ↔ steif — in übertragener Bedeutung auf eine Geisteshaltung bezogen: unpersönlich, förmlich, ohne Ausstrahlung und Charisma |
• stug | → rigide | ↔ stiff — of an object, rigid, hard to bend, inflexible |