Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. strengelen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor strengelen (Nederlands) in het Frans

strengelen:

strengelen werkwoord (strengel, strengelt, strengelde, strengelden, getrengeld)

  1. strengelen (ineenvlechten; vlechten)
    entrelacer; enlacer; tresser
    • entrelacer werkwoord (entrelace, entrelaces, entrelaçons, entrelacez, )
    • enlacer werkwoord (enlace, enlaces, enlaçons, enlacez, )
    • tresser werkwoord (tresse, tresses, tressons, tressez, )

Conjugations for strengelen:

o.t.t.
  1. strengel
  2. strengelt
  3. strengelt
  4. strengelen
  5. strengelen
  6. strengelen
o.v.t.
  1. strengelde
  2. strengelde
  3. strengelde
  4. strengelden
  5. strengelden
  6. strengelden
v.t.t.
  1. heb getrengeld
  2. hebt getrengeld
  3. heeft getrengeld
  4. hebben getrengeld
  5. hebben getrengeld
  6. hebben getrengeld
v.v.t.
  1. had getrengeld
  2. had getrengeld
  3. had getrengeld
  4. hadden getrengeld
  5. hadden getrengeld
  6. hadden getrengeld
o.t.t.t.
  1. zal strengelen
  2. zult strengelen
  3. zal strengelen
  4. zullen strengelen
  5. zullen strengelen
  6. zullen strengelen
o.v.t.t.
  1. zou strengelen
  2. zou strengelen
  3. zou strengelen
  4. zouden strengelen
  5. zouden strengelen
  6. zouden strengelen
en verder
  1. ben getrengeld
  2. bent getrengeld
  3. is getrengeld
  4. zijn getrengeld
  5. zijn getrengeld
  6. zijn getrengeld
diversen
  1. strengel!
  2. strengelt!
  3. getrengeld
  4. strengelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor strengelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enlacer ineenvlechten; strengelen; vlechten aaien; ineenstrengelen; ineenvlechten; knuffelen; liefkozen; samenvlechten; strelen; verstrengelen; vervlechten; verweven
entrelacer ineenvlechten; strengelen; vlechten ineenvlechten; interlace; invlechten; omvlechten; samenweven; vervlechten; verweven; vlechten; vlechten in
tresser ineenvlechten; strengelen; vlechten invlechten; toesnoeren; vlechten; vlechten in

Wiktionary: strengelen

strengelen
verb
  1. rouler plusieurs fois une chose autour d’une autre, ou sur elle-même.