Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- stotend:
- stoten:
-
Wiktionary:
- stoten → pousser
- stoten → pousser, légèrement, donner une légère bourrade
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stotend (Nederlands) in het Frans
stotend:
-
stotend
Vertaal Matrix voor stotend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
choquant | stotend | aanstootgevend; aanstotelijk; abrupt; eensklaps; ineens; misselijk; naar; ongepast; onkies; onpasselijk; onverhoeds; onverkwikkelijk; onvertogen; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; onwel; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; stuitend; verkeerd |
injurieux | stotend | aanstootgevend; aanstotelijk; beledigend; grievend; honend; krenkend; kwetsend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend |
offensant | stotend | aanstootgevend; aanstotelijk; beledigend; grievend; krenkend; kwetsend |
stotend vorm van stoten:
-
stoten (een por geven; porren)
donner un bourrade à; donner un coup de coude à-
donner un bourrade à werkwoord
-
donner un coup de coude à werkwoord
-
-
stoten (schuddend op en neer gaan; hobbelen)
cahoter; se dandiner-
cahoter werkwoord (cahote, cahotes, cahotons, cahotez, cahotent, cahotais, cahotait, cahotions, cahotiez, cahotaient, cahotai, cahotas, cahota, cahotâmes, cahotâtes, cahotèrent, cahoterai, cahoteras, cahotera, cahoterons, cahoterez, cahoteront)
-
se dandiner werkwoord
-
Conjugations for stoten:
o.t.t.
- stoot
- stoot
- stoot
- stoten
- stoten
- stoten
o.v.t.
- stootte
- stootte
- stootte
- stootten
- stootten
- stootten
v.t.t.
- heb gestoten
- hebt gestoten
- heeft gestoten
- hebben gestoten
- hebben gestoten
- hebben gestoten
v.v.t.
- had gestoten
- had gestoten
- had gestoten
- hadden gestoten
- hadden gestoten
- hadden gestoten
o.t.t.t.
- zal stoten
- zult stoten
- zal stoten
- zullen stoten
- zullen stoten
- zullen stoten
o.v.t.t.
- zou stoten
- zou stoten
- zou stoten
- zouden stoten
- zouden stoten
- zouden stoten
en verder
- ben gestoten
- bent gestoten
- is gestoten
- zijn gestoten
- zijn gestoten
- zijn gestoten
diversen
- stoot!
- stoott!
- gestoten
- stotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stoten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fait de bourrer de coups | duwen; stompen; stoten | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cahoter | hobbelen; schuddend op en neer gaan; stoten | heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken |
donner un bourrade à | een por geven; porren; stoten | |
donner un coup de coude à | een por geven; porren; stoten | |
se dandiner | hobbelen; schuddend op en neer gaan; stoten | slungelen |
Verwante woorden van "stoten":
Verwante definities voor "stoten":
Wiktionary: stoten
stoten
Cross Translation:
verb
stoten
-
met een korte snelle beweging (weg)duwen
- stoten → pousser
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stoten | → pousser; légèrement; donner une légère bourrade | ↔ stupsen — (umgangssprachlich) (transitiv) jemanden leicht anstoßen; mit dem Ellenbogen schubsen, um etwas zu signalisieren |
Computer vertaling door derden: