Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stoof (Nederlands) in het Frans
stoof:
-
de stoof (voetenwarmer)
Vertaal Matrix voor stoof:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
chauffe-pieds | stoof; voetenwarmer | |
étuve | stoof; voetenwarmer | stoombad |
Verwante woorden van "stoof":
Wiktionary: stoof
stoof
Cross Translation:
noun
-
Lieu où l'on élève à volonté la température pour provoquer la transpiration.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stoof | → feu; poêle | ↔ fire — heater or stove |
stuiven:
-
stuiven
voler; poudroyer; soulever la poussière; s'envoler en poussière-
voler werkwoord (vole, voles, volons, volez, volent, volais, volait, volions, voliez, volaient, volai, volas, vola, volâmes, volâtes, volèrent, volerai, voleras, volera, volerons, volerez, voleront)
-
poudroyer werkwoord (poudroie, poudroies, poudroyons, poudroyez, poudroient, poudroyais, poudroyait, poudroyions, poudroyiez, poudroyaient, poudroyai, poudroyas, poudroya, poudroyâmes, poudroyâtes, poudroyèrent, poudroierai, poudroieras, poudroiera, poudroierons, poudroierez, poudroieront)
-
soulever la poussière werkwoord
-
s'envoler en poussière werkwoord
-
Conjugations for stuiven:
o.t.t.
- stuif
- stuift
- stuift
- stuiven
- stuiven
- stuiven
o.v.t.
- stoof
- stoof
- stoof
- stoven
- stoven
- stoven
v.t.t.
- heb gestoven
- hebt gestoven
- heeft gestoven
- hebben gestoven
- hebben gestoven
- hebben gestoven
v.v.t.
- had gestoven
- had gestoven
- had gestoven
- hadden gestoven
- hadden gestoven
- hadden gestoven
o.t.t.t.
- zal stuiven
- zult stuiven
- zal stuiven
- zullen stuiven
- zullen stuiven
- zullen stuiven
o.v.t.t.
- zou stuiven
- zou stuiven
- zou stuiven
- zouden stuiven
- zouden stuiven
- zouden stuiven
en verder
- ben gestoven
- bent gestoven
- is gestoven
- zijn gestoven
- zijn gestoven
- zijn gestoven
diversen
- stuif!
- stuift!
- gestoven
- stuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stuiven:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
poudroyer | stuiven | |
s'envoler en poussière | stuiven | |
soulever la poussière | stuiven | |
voler | stuiven | achterhouden; achteroverdrukken; afnemen; benemen; beroven; beroven van; bestelen; depriveren; fladderen; gappen; hangen; inpikken; jatten; kapen; ladelichten; leegplunderen; leegstelen; navigeren; ontfutselen; ontnemen; ontstelen; ontvreemden; per vliegtuig reizen; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; te kort doen; toeëigenen; uitplunderen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; vliegen; vliegtuig besturen; wapperen; wegfutselen; weggraaien; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; zweven |
stoven:
-
stoven
cuire; mijoter-
cuire werkwoord (cuis, cuit, cuisons, cuisez, cuisent, cuirais, cuisait, cuisions, cuisiez, cuisaient, cuisis, cuisit, cuisîmes, cuisîtes, cuisirent, cuirai, cuiras, cuira, cuirons, cuirez, cuiront)
-
mijoter werkwoord (mijote, mijotes, mijotons, mijotez, mijotent, mijotais, mijotait, mijotions, mijotiez, mijotaient, mijotai, mijotas, mijota, mijotâmes, mijotâtes, mijotèrent, mijoterai, mijoteras, mijotera, mijoterons, mijoterez, mijoteront)
-
Conjugations for stoven:
o.t.t.
- stoof
- stooft
- stooft
- stoven
- stoven
- stoven
o.v.t.
- stoofte
- stoofte
- stoofte
- stooften
- stooften
- stooften
v.t.t.
- heb gestoofd
- hebt gestoofd
- heeft gestoofd
- hebben gestoofd
- hebben gestoofd
- hebben gestoofd
v.v.t.
- had gestoofd
- had gestoofd
- had gestoofd
- hadden gestoofd
- hadden gestoofd
- hadden gestoofd
o.t.t.t.
- zal stoven
- zult stoven
- zal stoven
- zullen stoven
- zullen stoven
- zullen stoven
o.v.t.t.
- zou stoven
- zou stoven
- zou stoven
- zouden stoven
- zouden stoven
- zouden stoven
en verder
- ben gestoofd
- bent gestoofd
- is gestoofd
- zijn gestoofd
- zijn gestoofd
- zijn gestoofd
diversen
- stoof!
- stooft!
- gestoofd
- stovend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor stoven:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cuire | stoven | eten bereiden; koken; koken van woede; kokkerellen; zieden |
mijoter | stoven | op vuur pruttelen; pruttelen; smoren; stoffen; sudderen |