Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
-
stom:
- bête; stupide; déraisonnable; sans intelligence; insensé; imprudent; ennuyeux; embêtant; fade; sans esprit; monotone; terne; abrutissant; mortel; insipide; muet; ébahi; sans voix; interdit; mat; pantois; ébaubi; ahuri; baba; perplexe; éberlué; bouche bée; décontenancé; estomaqué
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stom (Nederlands) in het Frans
stom:
-
stom (onverstandig; dom; suf)
bête; stupide; déraisonnable; sans intelligence; insensé; imprudent-
bête bijvoeglijk naamwoord
-
stupide bijvoeglijk naamwoord
-
déraisonnable bijvoeglijk naamwoord
-
sans intelligence bijvoeglijk naamwoord
-
insensé bijvoeglijk naamwoord
-
imprudent bijvoeglijk naamwoord
-
-
stom (geestdodend; saai; eentonig; suf; afstompend)
ennuyeux; embêtant; fade; sans esprit; monotone; terne; abrutissant; mortel; insipide-
ennuyeux bijvoeglijk naamwoord
-
embêtant bijvoeglijk naamwoord
-
fade bijvoeglijk naamwoord
-
sans esprit bijvoeglijk naamwoord
-
monotone bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
abrutissant bijvoeglijk naamwoord
-
mortel bijvoeglijk naamwoord
-
insipide bijvoeglijk naamwoord
-
-
stom (sprakeloos; stomverbaasd; zwijgend; perplex; paf; overbluft)
muet; ébahi; sans voix; interdit; mat; pantois; ébaubi; terne; ahuri; baba; perplexe; éberlué; bouche bée; décontenancé; estomaqué-
muet bijvoeglijk naamwoord
-
ébahi bijvoeglijk naamwoord
-
sans voix bijvoeglijk naamwoord
-
interdit bijvoeglijk naamwoord
-
mat bijvoeglijk naamwoord
-
pantois bijvoeglijk naamwoord
-
ébaubi bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
ahuri bijvoeglijk naamwoord
-
baba bijvoeglijk naamwoord
-
perplexe bijvoeglijk naamwoord
-
éberlué bijvoeglijk naamwoord
-
bouche bée bijvoeglijk naamwoord
-
décontenancé bijvoeglijk naamwoord
-
estomaqué bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor stom:
Verwante woorden van "stom":
Synoniemen voor "stom":
Antoniemen van "stom":
Verwante definities voor "stom":
Wiktionary: stom
stom
stom
Cross Translation:
adjective
-
ignare, ignorant.
- idiot → bot; dom; onbenullig; schaapachtig; stom; zwakhoofdig
-
péjoratif|fr Usage du qualificatif idiot, en apposition au substantif qu’il détermine.
-
Qui priver de l’usage de la parole, naturellement ou par accident.
-
Qui frapper de stupeur.
- stupide → bot; dom; onbenullig; schaapachtig; stom; zwakhoofdig; idioot
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• stom | → débile; stupide; idiot; niais | ↔ dumb — extremely stupid |
• stom | → niais; insensé; inepte | ↔ inane — lacking sense or meaning |
• stom | → assourdi; muet | ↔ mute — not having the power of speech |
• stom | → idiot de; imbécile de | ↔ silly — pejorative: simple, not intelligent, unrefined |
• stom | → stupide; bête | ↔ stupid — lacking in intelligence |
• stom | → bête | ↔ blöd — dumm, einfältig, umgangssprachlich, norddeutsch: doof |
• stom | → bête | ↔ doof — salopp: dumm, beschränkt |
• stom | → muet | ↔ stumm — keine Steigerung: keine Laute von sich geben könnend |