Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. stofferen:
  2. stoffer:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stofferen (Nederlands) in het Frans

stofferen:

stofferen werkwoord (stoffeer, stoffeert, stoffeerde, stoffeerden, gestoffeeerd)

  1. stofferen (van bekleding voorzien; bekleden; overtrekken)
    revêtir; tapisser; recouvrir; couvrir; garnir; décorer
    • revêtir werkwoord (revêts, revêt, revêtons, revêtez, )
    • tapisser werkwoord (tapisse, tapisses, tapissons, tapissez, )
    • recouvrir werkwoord (recouvre, recouvres, recouvrons, recouvrez, )
    • couvrir werkwoord (couvre, couvres, couvrons, couvrez, )
    • garnir werkwoord (garnis, garnit, garnissons, garnissez, )
    • décorer werkwoord (décore, décores, décorons, décorez, )

Conjugations for stofferen:

o.t.t.
  1. stoffeer
  2. stoffeert
  3. stoffeert
  4. stofferen
  5. stofferen
  6. stofferen
o.v.t.
  1. stoffeerde
  2. stoffeerde
  3. stoffeerde
  4. stoffeerden
  5. stoffeerden
  6. stoffeerden
v.t.t.
  1. heb gestoffeeerd
  2. hebt gestoffeeerd
  3. heeft gestoffeeerd
  4. hebben gestoffeeerd
  5. hebben gestoffeeerd
  6. hebben gestoffeeerd
v.v.t.
  1. had gestoffeeerd
  2. had gestoffeeerd
  3. had gestoffeeerd
  4. hadden gestoffeeerd
  5. hadden gestoffeeerd
  6. hadden gestoffeeerd
o.t.t.t.
  1. zal stofferen
  2. zult stofferen
  3. zal stofferen
  4. zullen stofferen
  5. zullen stofferen
  6. zullen stofferen
o.v.t.t.
  1. zou stofferen
  2. zou stofferen
  3. zou stofferen
  4. zouden stofferen
  5. zouden stofferen
  6. zouden stofferen
en verder
  1. ben gestoffeeerd
  2. bent gestoffeeerd
  3. is gestoffeeerd
  4. zijn gestoffeeerd
  5. zijn gestoffeeerd
  6. zijn gestoffeeerd
diversen
  1. stoffeer!
  2. stoffeert!
  3. gestoffeeerd
  4. stofferend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stofferen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couvrir bekleden; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien afdekken; afschermen; afschutten; bedekken; begroeien; bekleden; bemantelen; berichten; beschermen; beschutten; bestrijken; bestrooien; bezaaien; blinderen; compenseren; dekken; emballeren; goedmaken; hullen; informeren; inhullen; inpakken; inwikkelen; kaften; maskeren; meedelen; melden; met gespannen voorwerp omsluiten; omhullen; omspannen; overkappen; overspannen; overtrekken; overwelven; rapporteren; tijd in beslag nemen; vergoeden; verhullen; verpakken; verslag uitbrengen; versluieren
décorer bekleden; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien aankleden; decoreren; een onderscheidingsteken geven; make-up aanbrengen; onderscheiden; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optooien; optuigen; optutten; ridderen; tooien; verfraaien; verluchten; versieren; versieringen aanbrengen; zich mooi maken; zich uitdossen; zich uitmonsteren
garnir bekleden; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien afwerken; garneren; make-up aanbrengen; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; optutten; schotels garneren; tooien; verfraaien; verluchten; versieren; zich mooi maken
recouvrir bekleden; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien bedekken; bekleden; dekken; emballeren; inpakken; inwikkelen; overdekken; overkappen; overtrekken; overwelven; verpakken
revêtir bekleden; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien aantrekken; andere kleren aantrekken; bedekken; bekleden; dichttrekken; functie bekleden; omkleden; overtrekken; verkleden; vervullen
tapisser bekleden; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien bedekken; behangen; bekleden; beplakken; overtrekken

Verwante woorden van "stofferen":


Wiktionary: stofferen

stofferen
verb
  1. militaire|fr armer, munir un dispositif de défense d'éléments ou de troupes nécessaires à sa défense, à sa protection.

stoffer:

stoffer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de stoffer (veger)
    la balayette; le balai
    • balayette [la ~] zelfstandig naamwoord
    • balai [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor stoffer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balai stoffer; veger bezem; borstel; haarborstel; koolborstel; schuier; veger
balayette stoffer; veger afstoffer; borstel; haarborstel

Verwante woorden van "stoffer":


Wiktionary: stoffer


Cross Translation:
FromToVia
stoffer balayette Handfegernorddeutsch: kleiner Besen mit kurzem, seitlich angesetzten Stiel
stoffer plumeau plume — cluster of feathers