Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. stijf:
  2. stijven:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor stijf (Nederlands) in het Frans

stijf:

stijf bijvoeglijk naamwoord

  1. stijf (stram; stroef; houterig; stijve)
    raide; gauche; avec raideur
  2. stijf (afgemeten praten)
    fait sur mesure; compté; mesuré; sur mesure; à pas comptés; bien mesuré

Vertaal Matrix voor stijf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gauche linkerkant; linkerzijde
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avec raideur houterig; stijf; stijve; stram; stroef krukkig; onbeholpen; onhandig; schutterig; slungelig; stumperig; stuntelig; sukkelig
bien mesuré afgemeten praten; stijf afgepast
compté afgemeten praten; stijf afgepast; afgeteld
fait sur mesure afgemeten praten; stijf
gauche houterig; stijf; stijve; stram; stroef abrupt; eensklaps; harkerig; ineens; krukkig; linker; links; lomp; onbeholpen; onelegant; onhandig; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; onvoorzien; opeens; plomp; plots; plotseling; plotsklaps; schutterig; slungelig; stoethaspelig; stumperig; stuntelig; sukkelend; sukkelig
mesuré afgemeten praten; stijf afgepast; gemeten
raide houterig; stijf; stijve; stram; stroef afgemeten; beschonken; bezopen; chagrijnig; dronken; harkerig; knorrig; korzelig; krukkig; ladderzat; nauw; nauwsluitend; nors; nurks; onbeholpen; onbuigzaam; onhandig; onverzettelijk; opgemeten; platzak; schutterig; slungelig; star; stijfjes; stijfkoppig; strak; stug; stumperig; stuntelig; sukkelig; taai; verstard; zat
sur mesure afgemeten praten; stijf pasklaar
à pas comptés afgemeten praten; stijf

Verwante woorden van "stijf":


Antoniemen van "stijf":


Verwante definities voor "stijf":

  1. moeilijk te buigen, niet meegaand1
    • ik heb vaak een stijve nek1
  2. onhandig en houterig1
    • ze gedroeg zich nogal stijf in dat gezelschap1

Wiktionary: stijf

stijf
adjective
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. Qui ne fléchir pas.

Cross Translation:
FromToVia
stijf rigide rigid — stiff
stijf rigide rigid — rigorous, unbending
stijf rigide stiff — of an object, rigid, hard to bend, inflexible

stijven:

stijven werkwoord (stijf, stijft, steef, steven, gesteven)

  1. stijven (stijf maken)
    raidir; roidir
    • raidir werkwoord (raidis, raidit, raidissons, raidissez, )
    • roidir werkwoord

Conjugations for stijven:

o.t.t.
  1. stijf
  2. stijft
  3. stijft
  4. stijven
  5. stijven
  6. stijven
o.v.t.
  1. steef
  2. steef
  3. steef
  4. steven
  5. steven
  6. steven
v.t.t.
  1. heb gesteven
  2. hebt gesteven
  3. heeft gesteven
  4. hebben gesteven
  5. hebben gesteven
  6. hebben gesteven
v.v.t.
  1. had gesteven
  2. had gesteven
  3. had gesteven
  4. hadden gesteven
  5. hadden gesteven
  6. hadden gesteven
o.t.t.t.
  1. zal stijven
  2. zult stijven
  3. zal stijven
  4. zullen stijven
  5. zullen stijven
  6. zullen stijven
o.v.t.t.
  1. zou stijven
  2. zou stijven
  3. zou stijven
  4. zouden stijven
  5. zouden stijven
  6. zouden stijven
en verder
  1. ben gesteven
  2. bent gesteven
  3. is gesteven
  4. zijn gesteven
  5. zijn gesteven
  6. zijn gesteven
diversen
  1. stijf!
  2. stijft!
  3. gesteven
  4. stijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor stijven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
raidir stijf maken; stijven verstarren; verstenen; verstijven
roidir stijf maken; stijven

Wiktionary: stijven

stijven
verb
  1. enduire d’amidon
  2. garnir, pourvoir de ce qui est nécessaire ou utile en vue de tel ou tel objet.
  3. Aviser à quelque chose, y donner ordre, suppléer à ce qui manque. (Sens général)
  4. relever les forces, ranimer, remonter, tant au sens physique ou médical, qu'au sens moral.

Verwante vertalingen van stijf