Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
abri
|
schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtsoord; wijkplaats
|
abri; accommodatie; afdak; asiel; behuizing; beschutsel; beschutting; haven; hoek; hospitium; huisvesting; kwartier; luifel; onderbrenging; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; retraitehuis; rustpunt; schuilhoek; tehuis; toevluchthaven; toevluchtsoord; tramhuisje; uitwijkplaats; verbergplaats; verblijfplaats; vluchthaven; vluchtoord; wachthuisje; wijkplaats
|
bouture
|
jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek
|
loot; scheut; spruit; stekje
|
cachette
|
schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtsoord; wijkplaats
|
asiel; haven; hoek; hoekje; schuilhoek; schuilhoekje; schuilhol; schuilplaats; sluiphoek; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; vrijplaats; wijkplaats
|
refuge
|
schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtsoord; wijkplaats
|
abri; asiel; haven; hoek; hol; hol van een dier; hospitium; huisvesting; leger; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; retraitehuis; rustpunt; schuilhoek; schuilhol; schuilplaats; toevluchthaven; toevluchtshaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtheuvel; vluchtoord; vrijplaats; wachthuisje; wijkplaats
|
retraite
|
schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtsoord; wijkplaats
|
AOW; afscheiding; aftocht; afzondering; hoek; isolering; kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; onttrekken; onttrekking; ouderdomspensioen; ouderdomsrente; reinheid; retraite; retraitehuis; schuilhoek; schuilplaats; teruggetrokkenheid; terugrit; terugtocht; vrijplaats; wijkplaats; zedigheid
|