Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- staren:
-
Wiktionary:
- staren → fixer, fixer des yeux
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor staren (Nederlands) in het Frans
staren:
-
staren (aanstaren)
regarder fixement-
regarder fixement werkwoord
-
-
staren (aanschouwen; zien; opmerken; kijken; bekijken; onderscheiden; ontwaren; turen)
voir; regarder; apercevoir; observer; embrasser du regard; distinguer; faire remarquer; percevoir; remarquer; constater; faire observer; enregistrer; discerner-
voir werkwoord (vois, voit, voyons, voyez, voient, voyais, voyait, voyions, voyiez, voyaient, vis, vit, vîmes, vîtes, virent, verrai, verras, verra, verrons, verrez, verront)
-
regarder werkwoord (regarde, regardes, regardons, regardez, regardent, regardais, regardait, regardions, regardiez, regardaient, regardai, regardas, regarda, regardâmes, regardâtes, regardèrent, regarderai, regarderas, regardera, regarderons, regarderez, regarderont)
-
apercevoir werkwoord (aperçois, aperçoit, apercevons, apercevez, aperçoivent, apercevais, apercevait, apercevions, aperceviez, apercevaient, aperçus, aperçut, aperçûmes, aperçûtes, aperçurent, apercevrai, apercevras, apercevra, apercevrons, apercevrez, apercevront)
-
observer werkwoord (observe, observes, observons, observez, observent, observais, observait, observions, observiez, observaient, observai, observas, observa, observâmes, observâtes, observèrent, observerai, observeras, observera, observerons, observerez, observeront)
-
embrasser du regard werkwoord
-
distinguer werkwoord (distingue, distingues, distinguons, distinguez, distinguent, distinguais, distinguait, distinguions, distinguiez, distinguaient, distinguai, distinguas, distingua, distinguâmes, distinguâtes, distinguèrent, distinguerai, distingueras, distinguera, distinguerons, distinguerez, distingueront)
-
faire remarquer werkwoord
-
percevoir werkwoord (perçois, perçoit, percevons, percevez, perçoivent, percevais, percevait, percevions, perceviez, percevaient, perçus, perçut, perçûmes, perçûtes, perçurent, percevrai, percevras, percevra, percevrons, percevrez, percevront)
-
remarquer werkwoord (remarque, remarques, remarquons, remarquez, remarquent, remarquais, remarquait, remarquions, remarquiez, remarquaient, remarquai, remarquas, remarqua, remarquâmes, remarquâtes, remarquèrent, remarquerai, remarqueras, remarquera, remarquerons, remarquerez, remarqueront)
-
constater werkwoord (constate, constates, constatons, constatez, constatent, constatais, constatait, constations, constatiez, constataient, constatai, constatas, constata, constatâmes, constatâtes, constatèrent, constaterai, constateras, constatera, constaterons, constaterez, constateront)
-
faire observer werkwoord
-
enregistrer werkwoord (enregistre, enregistres, enregistrons, enregistrez, enregistrent, enregistrais, enregistrait, enregistrions, enregistriez, enregistraient, enregistrai, enregistras, enregistra, enregistrâmes, enregistrâtes, enregistrèrent, enregistrerai, enregistreras, enregistrera, enregistrerons, enregistrerez, enregistreront)
-
discerner werkwoord (discerne, discernes, discernons, discernez, discernent, discernais, discernait, discernions, discerniez, discernaient, discernai, discernas, discerna, discernâmes, discernâtes, discernèrent, discernerai, discerneras, discernera, discernerons, discernerez, discerneront)
-
Conjugations for staren:
o.t.t.
- staar
- staart
- staart
- staren
- staren
- staren
o.v.t.
- staarde
- staarde
- staarde
- staarden
- staarden
- staarden
v.t.t.
- heb gestaard
- hebt gestaard
- heeft gestaard
- hebben gestaard
- hebben gestaard
- hebben gestaard
v.v.t.
- had gestaard
- had gestaard
- had gestaard
- hadden gestaard
- hadden gestaard
- hadden gestaard
o.t.t.t.
- zal staren
- zult staren
- zal staren
- zullen staren
- zullen staren
- zullen staren
o.v.t.t.
- zou staren
- zou staren
- zou staren
- zouden staren
- zouden staren
- zouden staren
en verder
- ben gestaard
- bent gestaard
- is gestaard
- zijn gestaard
- zijn gestaard
- zijn gestaard
diversen
- staar!
- staart!
- gestaard
- starend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor staren:
Verwante woorden van "staren":
Verwante definities voor "staren":
Computer vertaling door derden: