Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apparat
|
processie; staatsie; stoet
|
ceremonie; glans; luister; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; praal; pracht; pronk
|
cortège
|
processie; staatsie; stoet
|
ceremonie; omhaal; optocht; plechtigheid; plichtpleging; sleep; stoet
|
cérémonie
|
plechtige optocht; processie; staatsie; stoet
|
beleefdheidsbetuiging; ceremonie; drukte; feest; feestelijkheid; festiviteit; gedoe; omhaal; optocht; plechtigheid; plichtpleging; prijsuitreiking; stoet; viering
|
défilé
|
processie; staatsie; stoet
|
defilé; engte; modeshow; nauwte; optocht; parade; stoet
|
défilé religieux
|
processie; staatsie; stoet
|
optocht; stoet
|
exposition
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
expositie; tentoonstelling; uitstalling
|
formalités
|
processie; staatsie; stoet
|
|
procession
|
processie; staatsie; stoet
|
ceremonie; omhaal; optocht; plechtigheid; plichtpleging; stoet
|
représentation
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
afbeelden; afbeelding; afschilderen; beeld; descriptie; happening; nadere beschrijving; omschrijving; performance; portret; prent; scene; show; tafereel; tonen; uitbeelding; vertegenwoordiging; voordoen; voorstelling
|
représentation théâtrale
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
toneeluitvoering; toneelvoorstelling
|
show
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
happening; performance; show; voorstelling
|
solennité
|
plechtige optocht; staatsie
|
ceremonie; omhaal; plechtigheid; plichtpleging
|
spectacle
|
opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling
|
aanblik; aangezicht; blijspel; drama; gelaat; gezicht; kijkstuk; klucht; schouwspel; spektakel; stuk; toneelstuk; toneelstukje; toneeluitvoering; toneelvoorstelling
|