Overzicht
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
-
spottend:
- cynique; moqueur; dédaigneux; supérieur; condescendant; méprisant; dédaigneusement; avec mépris; avec condescendance; humiliant; sarcastique; narquoisement; amer; honteux; acide; aigre; âpre; acerbe; âcre; aigrement; amèrement; injurieux; âprement; railleur; honteusement; avec sarcasme; d'un air narquois; avec amertume
- spotten:
- Wiktionary:
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor spottend (Nederlands) in het Frans
spottend:
-
spottend (cynisch)
-
spottend (smalend; minachtend; hooghartig; honend)
dédaigneux; supérieur; condescendant; méprisant; dédaigneusement; avec mépris; avec condescendance-
dédaigneux bijvoeglijk naamwoord
-
supérieur bijvoeglijk naamwoord
-
condescendant bijvoeglijk naamwoord
-
méprisant bijvoeglijk naamwoord
-
dédaigneusement bijvoeglijk naamwoord
-
avec mépris bijvoeglijk naamwoord
-
avec condescendance bijvoeglijk naamwoord
-
-
spottend (honend; smadelijk; schamper; smalend; smadend)
humiliant; sarcastique; narquoisement; amer; honteux; acide; aigre; âpre; acerbe; âcre; aigrement; dédaigneux; amèrement; injurieux; âprement; railleur; honteusement; avec mépris; avec sarcasme; d'un air narquois; avec amertume-
humiliant bijvoeglijk naamwoord
-
sarcastique bijvoeglijk naamwoord
-
narquoisement bijvoeglijk naamwoord
-
amer bijvoeglijk naamwoord
-
honteux bijvoeglijk naamwoord
-
acide bijvoeglijk naamwoord
-
aigre bijvoeglijk naamwoord
-
âpre bijvoeglijk naamwoord
-
acerbe bijvoeglijk naamwoord
-
âcre bijvoeglijk naamwoord
-
aigrement bijvoeglijk naamwoord
-
dédaigneux bijvoeglijk naamwoord
-
amèrement bijvoeglijk naamwoord
-
injurieux bijvoeglijk naamwoord
-
âprement bijvoeglijk naamwoord
-
railleur bijvoeglijk naamwoord
-
honteusement bijvoeglijk naamwoord
-
avec mépris bijvoeglijk naamwoord
-
avec sarcasme bijvoeglijk naamwoord
-
d'un air narquois bijvoeglijk naamwoord
-
avec amertume bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor spottend:
spotten:
-
spotten (de draak steken; bespotten)
se moquer de; se moquer; tourner en ridicule; railler; ridiculiser; rendre ridicule; tourner en dérision-
se moquer de werkwoord
-
se moquer werkwoord
-
tourner en ridicule werkwoord
-
railler werkwoord (raille, railles, raillons, raillez, raillent, raillais, raillait, raillions, railliez, raillaient, raillai, raillas, railla, raillâmes, raillâtes, raillèrent, raillerai, railleras, raillera, raillerons, raillerez, railleront)
-
ridiculiser werkwoord (ridiculise, ridiculises, ridiculisons, ridiculisez, ridiculisent, ridiculisais, ridiculisait, ridiculisions, ridiculisiez, ridiculisaient, ridiculisai, ridiculisas, ridiculisa, ridiculisâmes, ridiculisâtes, ridiculisèrent, ridiculiserai, ridiculiseras, ridiculisera, ridiculiserons, ridiculiserez, ridiculiseront)
-
rendre ridicule werkwoord
-
tourner en dérision werkwoord
-
Conjugations for spotten:
o.t.t.
- spot
- spot
- spot
- spotten
- spotten
- spotten
o.v.t.
- spotte
- spotte
- spotte
- spotten
- spotten
- spotten
v.t.t.
- heb gespot
- hebt gespot
- heeft gespot
- hebben gespot
- hebben gespot
- hebben gespot
v.v.t.
- had gespot
- had gespot
- had gespot
- hadden gespot
- hadden gespot
- hadden gespot
o.t.t.t.
- zal spotten
- zult spotten
- zal spotten
- zullen spotten
- zullen spotten
- zullen spotten
o.v.t.t.
- zou spotten
- zou spotten
- zou spotten
- zouden spotten
- zouden spotten
- zouden spotten
en verder
- ben gespot
- bent gespot
- is gespot
- zijn gespot
- zijn gespot
- zijn gespot
diversen
- spot!
- spott!
- gespot
- spottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor spotten:
Verwante woorden van "spotten":
Wiktionary: spotten
spotten
Cross Translation:
verb
spotten
-
zich met belachelijk makende of oneerbiedige scherts uiten
- spotten → moquer
verb
-
traiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• spotten | → moquer; railler | ↔ jeer — to scoff or mock |