Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spottend (Nederlands) in het Frans

spottend:

spottend bijvoeglijk naamwoord

  1. spottend (cynisch)
    cynique; moqueur
  2. spottend (smalend; minachtend; hooghartig; honend)
    dédaigneux; supérieur; condescendant; méprisant; dédaigneusement; avec mépris; avec condescendance
  3. spottend (honend; smadelijk; schamper; smalend; smadend)
    humiliant; sarcastique; narquoisement; amer; honteux; acide; aigre; âpre; acerbe; âcre; aigrement; dédaigneux; amèrement; injurieux; âprement; railleur; honteusement; avec mépris; avec sarcasme; d'un air narquois; avec amertume

Vertaal Matrix voor spottend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acide zurigheid; zuur
cynique cynicus
moqueur spotter; spotvogel
railleur spotter
supérieur baas; bevelhebber; chef; commandant; hoofd; kloosteroverste; meerdere; meester; moeder overste; overste; patroon; superieur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acerbe honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend bits; bitter; bitter van smaak; bitterachtig; fel; giftig; grievend; hanig; kattig; krenkend; kwaad; kwetsend; nijdig; onvriendelijk; pinnig; scherp; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig; vlijmend; vlijmscherp; woedend; zeer boos
acide honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend bitter; bitterachtig; galachtig; wrang; zuur; zuur smakend
aigre honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend bits; bitter; bitter teleurgesteld; fel; galachtig; grimmig; hanig; kattig; pinnig; rins; scherp; snibbig; spinnig; verbeten; verbitterd; vinnig; vlijmend; wrang; wrangig; zurig; zuur; zuur smakend
aigrement honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend bitter; bitter teleurgesteld; fel; galachtig; grimmig; hanig; pinnig; scherp; snibbig; verbeten; verbitterd; vinnig; vlijmend; wrang; zuur; zuur smakend
amer honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend bitter; bitter van smaak; bitterachtig; galachtig; onheus; wrang; zuur; zuur smakend
amèrement honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend bitter; bitterachtig; galachtig; zuur
avec amertume honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend
avec condescendance honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
avec mépris honend; hooghartig; minachtend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend laag; verachtelijk
avec sarcasme honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend met sarcasme; sarcastisch
condescendant honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; neerbuigend; uit de hoogte; verlagend; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
cynique cynisch; spottend
d'un air narquois honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend
dédaigneusement honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; laag; neerbuigend; uit de hoogte; vanuit de hoogte; verachtelijk; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
dédaigneux honend; hooghartig; minachtend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend geringschattend; hooghartig; kleinerend; laag; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; trots; uit de hoogte; vanuit de hoogte; verachtelijk
honteusement honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend gemeen; godgeklaagd; hemeltergend; kleinerend; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel; schandalig; schandelijk; ten hemel schreiend; verfoeilijk; vernederend; zeer ergerlijk
honteux honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend aanstootgevend; aanstotelijk; beschamend; godgeklaagd; hemeltergend; kleinerend; ten hemel schreiend; vernederend; zeer ergerlijk; zondig
humiliant honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend kleinerend; vernederend
injurieux honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend aanstootgevend; aanstotelijk; beledigend; grievend; krenkend; kwetsend; stotend
moqueur cynisch; spottend
méprisant honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend aanmatigend; arrogant; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; laag; neerbuigend; uit de hoogte; verachtelijk; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
narquoisement honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend
railleur honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend
sarcastique honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend
supérieur honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend aanmatigend; arrogant; befaamd; bovenst; bovenste; eersteklas; eersterangs; geacht; geringschattend; hautain; hooggeplaatst; hooggezeten; hooghartig; hoogmoedig; hoogwaardig; hovaardig; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; opperst; opperste; perfect; prima; prominent; superieur; top; tot de beste klasse behorend; trots; uit de hoogte; uitstekend; van goede kwaliteit; verwaand; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
âcre honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend bitter teleurgesteld; heet; onderdrukt; opgekropt; pikant; scherp; scherp van smaak; verbeten; verbitterd; verkropt
âpre honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend bar; bijtend; bitter; bitter teleurgesteld; bitter van smaak; bitterachtig; doordringend; fel; gemeen; grievend; grimmig; heet; krenkend; kwetsend; onbegroeid; onderdrukt; opgekropt; pikant; scherp; scherp van smaak; verbeten; verbitterd; verkropt; wrangig
âprement honend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend bar; bitter teleurgesteld; grimmig; onbegroeid; onderdrukt; opgekropt; verbeten; verbitterd; verkropt

Wiktionary: spottend

spottend
adjective
  1. Qui exprimer la ruse et la moquerie.

Cross Translation:
FromToVia
spottend facétieux facetious — flippant
spottend désinvolte; cavalier flippant — lacking respect

spotten:

spotten werkwoord (spot, spotte, spotten, gespot)

  1. spotten (de draak steken; bespotten)
    se moquer de; se moquer; tourner en ridicule; railler; ridiculiser; rendre ridicule; tourner en dérision
    • se moquer de werkwoord
    • se moquer werkwoord
    • railler werkwoord (raille, railles, raillons, raillez, )
    • ridiculiser werkwoord (ridiculise, ridiculises, ridiculisons, ridiculisez, )
    • rendre ridicule werkwoord

Conjugations for spotten:

o.t.t.
  1. spot
  2. spot
  3. spot
  4. spotten
  5. spotten
  6. spotten
o.v.t.
  1. spotte
  2. spotte
  3. spotte
  4. spotten
  5. spotten
  6. spotten
v.t.t.
  1. heb gespot
  2. hebt gespot
  3. heeft gespot
  4. hebben gespot
  5. hebben gespot
  6. hebben gespot
v.v.t.
  1. had gespot
  2. had gespot
  3. had gespot
  4. hadden gespot
  5. hadden gespot
  6. hadden gespot
o.t.t.t.
  1. zal spotten
  2. zult spotten
  3. zal spotten
  4. zullen spotten
  5. zullen spotten
  6. zullen spotten
o.v.t.t.
  1. zou spotten
  2. zou spotten
  3. zou spotten
  4. zouden spotten
  5. zouden spotten
  6. zouden spotten
en verder
  1. ben gespot
  2. bent gespot
  3. is gespot
  4. zijn gespot
  5. zijn gespot
  6. zijn gespot
diversen
  1. spot!
  2. spott!
  3. gespot
  4. spottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor spotten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
railler bespotten; de draak steken; spotten belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren; schamperen; smaden; smalen
rendre ridicule bespotten; de draak steken; spotten belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren; schamperen; smaden; smalen
ridiculiser bespotten; de draak steken; spotten belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren; schamperen; smaden; smalen
se moquer bespotten; de draak steken; spotten schamperen
se moquer de bespotten; de draak steken; spotten belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren; schamperen; smaden; smalen; uitlachen
tourner en dérision bespotten; de draak steken; spotten belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren; schamperen; smaden; smalen
tourner en ridicule bespotten; de draak steken; spotten belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren; schamperen

Verwante woorden van "spotten":


Wiktionary: spotten

spotten
verb
  1. zich met belachelijk makende of oneerbiedige scherts uiten
spotten
Cross Translation:
FromToVia
spotten moquer; railler jeer — to scoff or mock

Verwante vertalingen van spottend