Nederlands
Uitgebreide vertaling voor speculeren (Nederlands) in het Frans
speculeren:
-
speculeren (met aandelen spelen)
soupçonner; spéculer; deviner; jouer; faire des spéculations-
soupçonner werkwoord (soupçonne, soupçonnes, soupçonnons, soupçonnez, soupçonnent, soupçonnais, soupçonnait, soupçonnions, soupçonniez, soupçonnaient, soupçonnai, soupçonnas, soupçonna, soupçonnâmes, soupçonnâtes, soupçonnèrent, soupçonnerai, soupçonneras, soupçonnera, soupçonnerons, soupçonnerez, soupçonneront)
-
spéculer werkwoord (spécule, spécules, spéculons, spéculez, spéculent, spéculais, spéculait, spéculions, spéculiez, spéculaient, spéculai, spéculas, spécula, spéculâmes, spéculâtes, spéculèrent, spéculerai, spéculeras, spéculera, spéculerons, spéculerez, spéculeront)
-
deviner werkwoord (devine, devines, devinons, devinez, devinent, devinais, devinait, devinions, deviniez, devinaient, devinai, devinas, devina, devinâmes, devinâtes, devinèrent, devinerai, devineras, devinera, devinerons, devinerez, devineront)
-
jouer werkwoord (joue, joues, jouons, jouez, jouent, jouais, jouait, jouions, jouiez, jouaient, jouai, jouas, joua, jouâmes, jouâtes, jouèrent, jouerai, joueras, jouera, jouerons, jouerez, joueront)
-
faire des spéculations werkwoord
-
Conjugations for speculeren:
o.t.t.
- speculeer
- speculeert
- speculeert
- speculeren
- speculeren
- speculeren
o.v.t.
- speculeerde
- speculeerde
- speculeerde
- speculeerden
- speculeerden
- speculeerden
v.t.t.
- heb gespeculeerd
- hebt gespeculeerd
- heeft gespeculeerd
- hebben gespeculeerd
- hebben gespeculeerd
- hebben gespeculeerd
v.v.t.
- had gespeculeerd
- had gespeculeerd
- had gespeculeerd
- hadden gespeculeerd
- hadden gespeculeerd
- hadden gespeculeerd
o.t.t.t.
- zal speculeren
- zult speculeren
- zal speculeren
- zullen speculeren
- zullen speculeren
- zullen speculeren
o.v.t.t.
- zou speculeren
- zou speculeren
- zou speculeren
- zouden speculeren
- zouden speculeren
- zouden speculeren
en verder
- ben gespeculeerd
- bent gespeculeerd
- is gespeculeerd
- zijn gespeculeerd
- zijn gespeculeerd
- zijn gespeculeerd
diversen
- speculeer!
- speculeert!
- gespeculeerd
- speculerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor speculeren:
Wiktionary: speculeren
speculeren
Cross Translation:
verb
speculeren
-
inzetten op een bepaalde kans, meestal met hoog risico
- speculeren → spéculer
verb
-
Faire l’agiotage.
-
Traductions à trier suivant le sens.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• speculeren | → imaginer | ↔ imagine — (intransitive) to guess |
Computer vertaling door derden: