Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. spaarders:
  2. spaarder:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spaarders (Nederlands) in het Frans

spaarders:

spaarders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de spaarders
    l'épargnants

Vertaal Matrix voor spaarders:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
épargnants spaarders inleggers

Verwante woorden van "spaarders":


spaarders vorm van spaarder:

spaarder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de spaarder (inlegger; inbrenger; inlegster)
    l'épargnant; le dépositaire; le déposant; la déposante

Vertaal Matrix voor spaarder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
déposant inbrenger; inlegger; inlegster; spaarder
déposante inbrenger; inlegger; inlegster; spaarder
dépositaire inbrenger; inlegger; inlegster; spaarder bewaarder; conservator; depothouder
épargnant inbrenger; inlegger; inlegster; spaarder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
épargnant bezuinigend

Verwante woorden van "spaarder":


Wiktionary: spaarder

spaarder
noun
  1. Personne qui épargne son argent