Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. snuiter:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snuiter (Nederlands) in het Frans

snuiter:

snuiter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snuiter
    le drôle de type; le gamin; le type

Vertaal Matrix voor snuiter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drôle de type snuiter een vreemde snuiter; klungel; klungelaar; kruk; snoeshaan; stoethaspel; stumper
gamin snuiter bengel; boefje; deugniet; dreumes; hummel; joch; jochie; jongetje; klein jongetje; klein kind; kleine jongen; kleintje; kwajongen; ondeugd; peuter; schavuit; schelm; straatjongen; uk; vandaal; vlegel; worm; wurm
type snuiter aard; fatje; figuur; gast; genre; gevaarte; goser; gozer; heerschap; heertje; individu; jochie; joekel; jongetje; kanjer; kerel; klasse; kleine jongen; knaap; knakker; knoert; knul; kokker; kokkerd; loei; man; model; monster; onderverdeling; proefje; proeve; slag; soort; specimen; staal; staaltje; sujet; type; vent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gamin bengelachtig; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig

Verwante woorden van "snuiter":

  • snuiters, snuitertje, snuitertjes

Wiktionary: snuiter

snuiter
noun
  1. didact|fr entité autonome qui ne peut être ni partager ni diviser sans perdre les caractéristiques qui lui sont propres.

Verwante vertalingen van snuiter