Nederlands
Uitgebreide vertaling voor snoeper (Nederlands) in het Frans
snoeper:
-
de snoeper (lekkerbek; gourmet; smulpaap; likkebaard; likkepot)
le gourmand; le gourmet; le lécheur; la lécheuse; le fin bec; le gastronome; la fine bouche; le connaisseur -
de snoeper (iemand die graag snoept)
Vertaal Matrix voor snoeper:
Verwante woorden van "snoeper":
Wiktionary: snoeper
snoeper
noun
-
Personne qui, déguster le vin, savoir en déterminer la provenance, la date et les diverses caractéristiques.