Nederlands
Uitgebreide vertaling voor snack (Nederlands) in het Frans
snack:
-
de snack (tussendoortje; hapje)
l'amuse-gueule; la bouchée; le snack; la friandise; le coupe-faim; le coup de dent; le repas que l'on sert à toute heure
Vertaal Matrix voor snack:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
amuse-gueule | hapje; snack; tussendoortje | delicatesse; lekkernij; lekkers; liflafje; tussendoortje; versnapering; zoetigheid |
bouchée | hapje; snack; tussendoortje | bonbon; chocolaatje; hap; mondvol |
coup de dent | hapje; snack; tussendoortje | happen in; toehappen |
coupe-faim | hapje; snack; tussendoortje | |
friandise | hapje; snack; tussendoortje | delicatesse; hapje; heerlijkheid; kandij; lekkernij; lekkers; liflafje; snoepgoed; snoepjes; tussendoortje; versnapering; zoetigheid |
repas que l'on sert à toute heure | hapje; snack; tussendoortje | |
snack | hapje; snack; tussendoortje | cafetaria; frituur; patatkraam; snackbar |