Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sluwheid (Nederlands) in het Frans

sluwheid:

sluwheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de sluwheid (listigheid; leepheid; arglistigheid; )
    la malice; l'astuce; la ruse; la perfidie; la finesse; la fourberie; la roublardise; la rouerie; la malignité
  2. de sluwheid (doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; snoodheid)
    la bassesse; le malin; l'astuce; la ruse; le rusé; la crasse; le malicieux; l'infamie; le dégourdi; la perfidie; la sagacité; la vilenie
    • bassesse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • malin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • astuce [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ruse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rusé [le ~] zelfstandig naamwoord
    • crasse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • malicieux [le ~] zelfstandig naamwoord
    • infamie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dégourdi [le ~] zelfstandig naamwoord
    • perfidie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sagacité [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vilenie [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. de sluwheid (doortraptheid; geraffineerdheid; gladheid; )
    la ruse; la rouerie
    • ruse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rouerie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sluwheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
astuce arglist; arglistigheid; doortraptheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid; snoodheid intelligentie; kunstgreep; list; manoeuvre; pienterheid; schranderheid; slimheid
bassesse doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid boosaardigheid; gemeenheid; giftigheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; laaghartigheid; slechtheid; snoodheid; venijn; venijnigheid; verachtelijkheid; virulentie
crasse doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid goorheid; groezeligheid; smeerboel; smerigheid; vervuiling; viesheid; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid
dégourdi doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
finesse arglist; arglistigheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid arglist; arglistigheid; doortraptheid; elegance; fijnheid; finesse; geslepenheid; gewiekstheid; slimheid; slimmigheid; spitsvondigheid
fourberie arglist; arglistigheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid arglist; arglistigheid; boevenstreek; doortraptheid; gemeenheid; gemene streek; rotstreek; schurkachtigheid; schurkenstreek; slinksheid; verraderlijkheid
infamie doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid achterklap; laster; oneer; scandaleuze daad; schandaal; schandaaltje; schandaleuze daad; schanddaad; schande; schandelijke daad; smaad
malice arglist; arglistigheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid arglist; arglistigheid; boosaardigheid; doortraptheid; gemeenheid; goochemheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; lelijkheid; ondeugendheid; schalksheid; schelmsheid; schranderheid; slechtheid; snaaksheid; stoutheid; uitgeslapenheid
malicieux doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid bij de pinken zijn
malignité arglist; arglistigheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid arglist; arglistigheid; boosaardigheid; doortraptheid; gemeenheid; giftigheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; slechtheid; venijn; venijnigheid; virulentie
malin doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid bij de pinken zijn; kei; slimme vos; slimmerd
perfidie arglist; arglistigheid; doortraptheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid; snoodheid arglist; arglistigheid; doortraptheid; geniepigheid; giftigheid; het niet-trouw-zijn; onechtheid; ontrouw; perfidie; trouwbreuk; trouweloosheid; valsheid; venijn; venijnigheid; verraderlijke eigenschap; verraderlijkheid; virulentie
roublardise arglist; arglistigheid; geslepenheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid gladheid; glibberigheid
rouerie arglist; arglistigheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid arglist; arglistigheid; doortraptheid
ruse arglist; arglistigheid; doortraptheid; geraffineerdheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; leepheid; linkheid; listigheid; sluwheid; snoodheid arglist; arglistigheid; boevenstreek; doortraptheid; gemeenheid; gemene streek; intelligentie; kunstgreep; list; manoeuvre; pienterheid; poets; rotstreek; schranderheid; schurkachtigheid; schurkenstreek; slimheid; slinksheid; sluwe streek; streek; truc; trucage
rusé doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid goochemheid; leperd; leperik; schranderheid; uitgeslapenheid
sagacité doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid adremheid; bij de pinken zijn; bijdehandheid; gevatheid; goochemheid; intelligentie; pienterheid; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; uitgeslapenheid
vilenie doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid boevenstreek; boosaardigheid; gemeenheid; gemene streek; giftigheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; laaghartigheid; rotstreek; schurkenstreek; slechtheid; snoodheid; venijn; venijnigheid; virulentie
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
malicieux boosaardig; slecht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dégourdi adrem; berekenend; bij de pinken; bijdehand; clever; geagiteerd; gehaaid; gevat; gewiekst; goochem; kien; levendig; raak; schrander; slim; snedig; uitgeslapen; verhit
malicieux arglistig; bengelachtig; boefachtig; boosaardig; doortrapt; duivelachtig; duivels; ernaast; fout; foutief; gemeen; geraffineerd; geslepen; gluiperig; guitig; hatelijk; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaadaardig; kwajongensachtig; leep; link; listig; malicieus; mis; ondeugend; onjuist; onwaar; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; schurkachtig; serpentachtig; slinks; sluw; snaaks; spotachtig; stekelig; ten onrechte; vals; verkeerd; verraderlijk; vijandig
malin achterbaks; adrem; arglistig; bedachtzaam; berekenend; bij de pinken; bijdehand; clever; correct; doordacht; doortrapt; duivelachtig; duivels; fabelachtig; fantastisch; gaaf; gehaaid; gemeen; geniaal; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; goochem; kien; krankzinnig; kwaadaardig; leep; link; listig; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; reuze; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; spitsvondig; stiekem; te gek; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vernuftig; verstandig; waanzinnig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
rusé achterbaks; adrem; arglistig; berekenend; bij de pinken; bijdehand; clever; doortrapt; duivelachtig; duivels; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gevat; gewiekst; gluiperig; goochem; in het geniep; kien; kwaadaardig; leep; link; listig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen

Verwante woorden van "sluwheid":


Wiktionary: sluwheid

sluwheid
noun
  1. (vieilli) précaution où il entrer de la défiance et de la ruse.

Cross Translation:
FromToVia
sluwheid sournoiserie; fourberie cunning — skill of being sly or deceitful

sluw:

sluw bijvoeglijk naamwoord

  1. sluw (doortrapt; gemeen; achterbaks; )
    vilain; méchant; rusé; malin; hypocrite; sournoisement; perfide; bas; miteux; futé; minable; traître; vil; roué; bassement; perfidement; sournois; fieffé; vilainement; à la dérobée; traîtreusement; à l'insu des autres
  2. sluw (listig; geraffineerd; geslepen; )
    malin; raffiné; rusé; aiguisé; malicieux; taillé; fin; perfide
  3. sluw (leep; geslepen; gewiekst; gehaaid)
    futé; malin; rusé; calculateur; avec ruse; avec astuce; fin; astucieux; aiguisé; sournoisement; calculé; astucieusement; roublard

Vertaal Matrix voor sluw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bas kniekous; kous
calculateur PC; computer; rekenaar
fin afhaken; beëindiging; conclusie; eind; einde; eindigen; eindpunt; eindstreep; end; finale; finish; finishlijn; kappen; laatste opvoering; meet; ontknoping; ophouden; slot; slotbeschouwing; slotstuk; sluiting; sluitstuk; staken; uiteinde; uitscheiden
hypocrite draaier; gladjanus; gluiperd; huichelaar; huichelaarster; hypocriet; schijnheilige; veinzer
malicieux bij de pinken zijn; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
malin bij de pinken zijn; doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; kei; listigheid; slimme vos; slimmerd; sluwheid; snoodheid
méchant eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; stouterd
roublard gladjanus; gluiperd
rusé doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; goochemheid; leperd; leperik; listigheid; schranderheid; sluwheid; snoodheid; uitgeslapenheid
sournois gladjanus; gluiperd; gluiperds
traître landverrader; verklapper; verlinker; verrader
vilain jongen; rakker
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
malicieux boosaardig; slecht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aiguisé arglistig; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; leep; link; listig; slinks; sluw gescherpt; messcherp; vlijmscherp
astucieusement gehaaid; geslepen; gewiekst; leep; sluw adrem; berekenend; bij de pinken; bijdehand; briljant; clever; gehaaid; gevat; gewiekst; goochem; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk
astucieux gehaaid; geslepen; gewiekst; leep; sluw adrem; berekenend; bij de pinken; bijdehand; briljant; clever; fabelachtig; fantastisch; gaaf; gehaaid; geniaal; gevat; gewiekst; goochem; ingenieus; kien; knap; krankzinnig; kundig; kunstig; met een fluwelen tong; met een gladde tong; pienter; raak; reuze; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; spitsvondig; te gek; uitgekiend; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; vindingrijk; waanzinnig; welsprekend; wijs
avec astuce gehaaid; geslepen; gewiekst; leep; sluw briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
avec ruse gehaaid; geslepen; gewiekst; leep; sluw adrem; bijdehand; gevat; raak; scherpzinnig; snedig; spitsvondig; uitgekiend
bas achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt banaal; bedriegelijk; diep; gedempt; gefingeerd; gemeen; grof; halfluid; laag; laag liggend; laag-bij-de-grond; laaghangend; laaghartig; lomp; nagemaakt; niet hoog; onecht; onedel; onwaar; plat; platvloers; ploertig; schunnig; triviaal; vals; vunzig
bassement achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt banaal; bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; plat; platvloers; ploertig; schunnig; triviaal; vals; vunzig
calculateur gehaaid; geslepen; gewiekst; leep; sluw berekenend; gehaaid; gewiekst
calculé gehaaid; geslepen; gewiekst; leep; sluw berekenend; doorgedacht; gehaaid; gewiekst
fieffé achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt
fin arglistig; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; leep; link; listig; slinks; sluw adrem; bijdehand; delicaat; dun; elegant; fel; fijn; fijn van smaak; fijngebouwd; fijngevoelig; fijnzinnig; gevat; gracieus; grievend; hanig; krenkend; kwetsend; lichtgebouwd; pinnig; raak; rank; scherp; scherpzinnig; schrander; sierlijk; slank; slim; snedig; snibbig; subtiel; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; uitgeslapen; vinnig; vlijmend
futé achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt adrem; bij de pinken; bijdehand; clever; gehaaid; gevat; gewiekst; goochem; kien; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen
hypocrite achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; gehuicheld; geniepig; geveinsd; gluiperig; heimelijk; huichelachtig; in het geheim; in het geniep; onoprecht; op steelse wijze; schijnheilig; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks
malicieux arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw bengelachtig; boefachtig; boosaardig; duivelachtig; duivels; ernaast; fout; foutief; gemeen; gluiperig; guitig; hatelijk; huiveringwekkend; ijselijk; ijzingwekkend; kwaadaardig; kwajongensachtig; malicieus; mis; ondeugend; onjuist; onwaar; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; schurkachtig; serpentachtig; snaaks; spotachtig; stekelig; ten onrechte; vals; verkeerd; verraderlijk; vijandig
malin achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt adrem; bedachtzaam; berekenend; bij de pinken; bijdehand; clever; correct; doordacht; duivelachtig; duivels; fabelachtig; fantastisch; gaaf; gehaaid; geniaal; gevat; gewiekst; goochem; kien; krankzinnig; kwaadaardig; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; reuze; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; spits; spitsvondig; te gek; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vernuftig; verstandig; waanzinnig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
minable achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; armoedig; armzalig; bar; bedonderd; belazerd; deerniswekkend; diep ongelukkig; droog; ellendig; erbarmelijk; erg; flodderig; geniepig; gluiperig; haveloos; in het geniep; luizig; pover; rampzalig; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; snood; stiekem; verlopen
miteux achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen
méchant achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt banaal; bar slecht; bedriegelijk; donker; dubieus; duister; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gefingeerd; gemeen; giftig; glibberig; grof; honds; kwaadaardig; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; met slechte intentie; min; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; pesterig; plat; platvloers; schunnig; serpentachtig; slecht; triviaal; vals; venijnig; verdacht; vunzig
perfide achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; bedriegelijk; duivelachtig; duivels; gefingeerd; gemeen; geniepig; giftig; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadaardig; kwaadwillig; met slechte intentie; min; nagemaakt; onecht; ontrouw; onwaar; op steelse wijze; overspelig; perfide; slecht; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; vals; venijnig
perfidement achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; bedriegelijk; duivelachtig; duivels; gefingeerd; geniepig; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadaardig; nagemaakt; onecht; ontrouw; onwaar; op steelse wijze; overspelig; perfide; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; vals
raffiné arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw chic; delicaat; elegant; esthetisch; fijn van smaak; geraffineerd; sierlijk; smaakvol; stijlvol; verfijnd
roublard gehaaid; geslepen; gewiekst; leep; sluw berekenend; bij de pinken; clever; gehaaid; gevat; gewiekst; goochem; kien; pienter; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen
roué achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; duivelachtig; duivels; geniepig; gluiperig; in het geniep; kwaadaardig; snood; stiekem
rusé achterbaks; arglistig; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; link; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; adrem; berekenend; bij de pinken; bijdehand; clever; duivelachtig; duivels; gehaaid; geniepig; gevat; gewiekst; gluiperig; goochem; in het geniep; kien; kwaadaardig; pienter; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snood; snugger; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgeslapen
sournois achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; doortrapt; geniepig; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; listig; op steelse wijze; slinks; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks
sournoisement achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; doortrapt; geniepig; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; listig; op steelse wijze; slinks; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks
taillé arglistig; doortrapt; geraffineerd; geslepen; leep; link; listig; slinks; sluw
traître achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; geniepig; gevaarlijk; gluiperig; in het geniep; snood; stiekem; trouweloos; vals; verraderlijk
traîtreusement achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt achterbaks; geniepig; gevaarlijk; gluiperig; in het geniep; ontrouw; overspelig; snood; stiekem; trouweloos; vals; verraderlijk
vil achterbaks; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; leep; listig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt

Verwante woorden van "sluw":

  • sluwheid, sluwer, sluwere, sluwst, sluwste, sluwe

Wiktionary: sluw

sluw
adjective
  1. Qui exprimer la ruse et la moquerie.

Cross Translation:
FromToVia
sluw rusé cunning — sly
sluw sournois; malin; rusé; matois sly — artfully cunning; secretly mischievous; wily
sluw rusé; faux; sournois; malicieux verschlagen — listig, hinterlistig, gerissen, schlitzohrig