Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. slome:
  2. sloom:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slome (Nederlands) in het Frans

slome:

slome [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. slome (treuzelaar; zoutzak)
    le lambin; le traînard
    • lambin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • traînard [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slome:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lambin slome; treuzelaar; zoutzak druil; geitenbreier; hannes; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; sijsjeslijmer; slak; slampamper; slapkous; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous
traînard slome; treuzelaar; zoutzak achterblijver; achtergeblevene; draler; drukster; hannes; lijntrekster; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; uitvaller
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lambin aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
traînard langzaam; sloom; traag

Verwante woorden van "slome":


Wiktionary: slome


Cross Translation:
FromToVia
slome lourd; lourdingue thick — informal: stupid

slome vorm van sloom:

sloom bijvoeglijk naamwoord

  1. sloom (gezapig; bezadigd)
    doux; lentement; léthargique; bonhomme; mollasse
  2. sloom (langzaam; traag)
    lent; traînard; indolent

Vertaal Matrix voor sloom:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bonhomme baasje; klein kereltje; ventje
léthargique lethargie
traînard achterblijver; achtergeblevene; draler; drukster; hannes; lijntrekster; sijsjeslijmer; slak; slome; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; uitvaller; zoutzak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bonhomme bezadigd; gezapig; sloom geschikt; tof
doux bezadigd; gezapig; sloom bevallig; bijzonder aangenaam; clement; genadig; goedhartig; lief; mak; mild; vergevingsgezind; verzoenend; welwillend; zacht; zacht aanvoelend; zachtaardig; zoet; zoetsmakend
indolent langzaam; sloom; traag futloos; gemakzuchtig; hangerig; laks; lamlendig; lijzig; log; loom; lui; lusteloos; mat; niets doend; slap; vadsig; werkeloos; werkloos
lent langzaam; sloom; traag futloos; lamlendig; lusteloos; mat; slap
lentement bezadigd; gezapig; sloom futloos; lamlendig; lusteloos; mat; slap
léthargique bezadigd; gezapig; sloom apathisch; inactief; lethargisch
mollasse bezadigd; gezapig; sloom kwabbig; lillend
traînard langzaam; sloom; traag

Verwante woorden van "sloom":


Wiktionary: sloom


Cross Translation:
FromToVia
sloom lent; lentement langsam — eine niedrige Geschwindigkeit aufweisend, lange Zeit benötigend
sloom lent; lente slow — not quick in motion
sloom lourd; lourdingue thick — informal: stupid