Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. slaper:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slaper (Nederlands) in het Frans

slaper:

slaper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de slaper (logé; slaapgast; gast; overnachter)
    l'hôte; le visiteur; l'invité
    • hôte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • visiteur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • invité [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slaper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hôte gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper eters; host; kostganger; kostgangster; pensiongast; pensiongaste; tafelgasten
invité gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper gast; genodigde; introducé; invité
visiteur gast; logé; overnachter; slaapgast; slaper gast; genodigde; invité
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
invité Uitgenodigd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invité uitgenodigd

Verwante woorden van "slaper":


Wiktionary: slaper


Cross Translation:
FromToVia
slaper dormeur sleeper — someone who sleeps