Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. sjansen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sjansen (Nederlands) in het Frans

sjansen:

sjansen werkwoord (sjans, sjanst, sjanste, sjansten, gesjanst)

  1. sjansen (flirten; lonken)
    faire des oeillades; faire les yeux doux; flirter
    • flirter werkwoord (flirte, flirtes, flirtons, flirtez, )

Conjugations for sjansen:

o.t.t.
  1. sjans
  2. sjanst
  3. sjanst
  4. sjansen
  5. sjansen
  6. sjansen
o.v.t.
  1. sjanste
  2. sjanste
  3. sjanste
  4. sjansten
  5. sjansten
  6. sjansten
v.t.t.
  1. heb gesjanst
  2. hebt gesjanst
  3. heeft gesjanst
  4. hebben gesjanst
  5. hebben gesjanst
  6. hebben gesjanst
v.v.t.
  1. had gesjanst
  2. had gesjanst
  3. had gesjanst
  4. hadden gesjanst
  5. hadden gesjanst
  6. hadden gesjanst
o.t.t.t.
  1. zal sjansen
  2. zult sjansen
  3. zal sjansen
  4. zullen sjansen
  5. zullen sjansen
  6. zullen sjansen
o.v.t.t.
  1. zou sjansen
  2. zou sjansen
  3. zou sjansen
  4. zouden sjansen
  5. zouden sjansen
  6. zouden sjansen
en verder
  1. ben gesjanst
  2. bent gesjanst
  3. is gesjanst
  4. zijn gesjanst
  5. zijn gesjanst
  6. zijn gesjanst
diversen
  1. sjans!
  2. sjanst!
  3. gesjanst
  4. sjansend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor sjansen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire des oeillades flirten; lonken; sjansen
faire les yeux doux flirten; lonken; sjansen
flirter flirten; lonken; sjansen aan de scharrel zijn; aanstaan; behagen; bevallen; flirten; gelieven; koketteren; plezieren; scharrelen