Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. schuifdeur:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schuifdeur (Nederlands) in het Frans

schuifdeur:

schuifdeur [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de schuifdeur (schuifpui)
    la porte à glissière; la porte coulissante; la porte à coulisse

Vertaal Matrix voor schuifdeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
porte coulissante schuifdeur; schuifpui
porte à coulisse schuifdeur; schuifpui
porte à glissière schuifdeur; schuifpui

Verwante woorden van "schuifdeur":

  • schuifdeuren

Wiktionary: schuifdeur


Cross Translation:
FromToVia
schuifdeur porte coulissante sliding door — door