Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. schnabbel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schnabbel (Nederlands) in het Frans

schnabbel:

schnabbel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schnabbel (bijverdienste; neveninkomsten)
    le revenus supplémentaires; l'extra; l'à-côté; le salaire d'appoint

Vertaal Matrix voor schnabbel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra bijverdienste; neveninkomsten; schnabbel toegift
revenus supplémentaires bijverdienste; neveninkomsten; schnabbel
salaire d'appoint bijverdienste; neveninkomsten; schnabbel
à-côté bijverdienste; neveninkomsten; schnabbel bijkomstigheid; bijzaak
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
extra dolletjes; enig

Verwante woorden van "schnabbel":

  • schnabbelen, schnabbels

Wiktionary: schnabbel


Cross Translation:
FromToVia
schnabbel concert gig — performing engagement by a musical group