Nederlands
Uitgebreide vertaling voor schieten (Nederlands) in het Frans
schieten:
-
schieten (schoten lossen; vuren; afvuren; afschieten)
décharger; tirer; ouvrir le feu; faire du tir-
décharger werkwoord (décharge, décharges, déchargons, déchargez, déchargent, déchargais, déchargait, déchargions, déchargiez, déchargaient, déchargai, déchargas, décharga, déchargâmes, déchargâtes, déchargèrent, déchargerai, déchargeras, déchargera, déchargerons, déchargerez, déchargeront)
-
tirer werkwoord (tire, tires, tirons, tirez, tirent, tirais, tirait, tirions, tiriez, tiraient, tirai, tiras, tira, tirâmes, tirâtes, tirèrent, tirerai, tireras, tirera, tirerons, tirerez, tireront)
-
ouvrir le feu werkwoord
-
faire du tir werkwoord
-
Conjugations for schieten:
o.t.t.
- schiet
- schiet
- schiet
- schieten
- schieten
- schieten
o.v.t.
- schoot
- schoot
- schoot
- schoten
- schoten
- schoten
v.t.t.
- heb geschoten
- hebt geschoten
- heeft geschoten
- hebben geschoten
- hebben geschoten
- hebben geschoten
v.v.t.
- had geschoten
- had geschoten
- had geschoten
- hadden geschoten
- hadden geschoten
- hadden geschoten
o.t.t.t.
- zal schieten
- zult schieten
- zal schieten
- zullen schieten
- zullen schieten
- zullen schieten
o.v.t.t.
- zou schieten
- zou schieten
- zou schieten
- zouden schieten
- zouden schieten
- zouden schieten
en verder
- ben geschoten
- bent geschoten
- is geschoten
- zijn geschoten
- zijn geschoten
- zijn geschoten
diversen
- schiet!
- schiett!
- geschoten
- schietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
schieten (vuren)
Vertaal Matrix voor schieten:
Verwante definities voor "schieten":
Wiktionary: schieten
schieten
Cross Translation:
verb
schieten
-
een projectiel afvuren met een wapen
- schieten → tirer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schieten | → botter | ↔ boot — kick |
• schieten | → faire feu; tirer | ↔ fire — intransitive: to shoot |
• schieten | → tirer | ↔ shoot — to fire a shot |
• schieten | → tirer | ↔ shoot — to fire multiple shots |
• schieten | → tirer | ↔ shoot — to hit with a shot |