Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
nerveux
|
|
neuroot; zenuwlijder; zenuwpees
|
timoré
|
|
angsthaas; bangerd; bangerik; hazenpoot
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
craintif
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
angstig; bang; bedeesd; beschroomd; bevreesd; bleu; in angst; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; timide; verlegen; verschrikt; vreesachtig
|
craintivement
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
angstig; bang; bevreesd; in angst; verschrikt; vreesachtig
|
effaré
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex; verschrikt
|
nerveusement
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
|
nerveux
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig; nerveus; ongedurig; onrustig; roerig; woelig; zenuwachtig
|
peureusement
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
angstig; bang; bevreesd; in angst; verschrikt; vreesachtig
|
peureux
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
angstig; bang; bevreesd; in angst; verschrikt; vreesachtig
|
timide
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
bedeesd; beschroomd; bleu; geremd; ingehouden; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen
|
timidement
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
|
timoré
|
schichtig; schrikachtig; vreesachtig
|
angstig; bang; bedeesd; beschroomd; bevreesd; bleu; in angst; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen; verschrikt; vreesachtig
|