Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. schateren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schater (Nederlands) in het Frans

schateren:

schateren werkwoord (schater, schatert, schaterde, schaterden, geschaterd)

  1. schateren (lachen)
    rigoler; rire aux éclats; se tordre de rire
    • rigoler werkwoord (rigole, rigoles, rigolons, rigolez, )
    • rire aux éclats werkwoord
    • se tordre de rire werkwoord

Conjugations for schateren:

o.t.t.
  1. schater
  2. schatert
  3. schatert
  4. schateren
  5. schateren
  6. schateren
o.v.t.
  1. schaterde
  2. schaterde
  3. schaterde
  4. schaterden
  5. schaterden
  6. schaterden
v.t.t.
  1. heb geschaterd
  2. hebt geschaterd
  3. heeft geschaterd
  4. hebben geschaterd
  5. hebben geschaterd
  6. hebben geschaterd
v.v.t.
  1. had geschaterd
  2. had geschaterd
  3. had geschaterd
  4. hadden geschaterd
  5. hadden geschaterd
  6. hadden geschaterd
o.t.t.t.
  1. zal schateren
  2. zult schateren
  3. zal schateren
  4. zullen schateren
  5. zullen schateren
  6. zullen schateren
o.v.t.t.
  1. zou schateren
  2. zou schateren
  3. zou schateren
  4. zouden schateren
  5. zouden schateren
  6. zouden schateren
en verder
  1. ben geschaterd
  2. bent geschaterd
  3. is geschaterd
  4. zijn geschaterd
  5. zijn geschaterd
  6. zijn geschaterd
diversen
  1. schater!
  2. schatert!
  3. geschaterd
  4. schaterende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schateren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rigoler lachen; schateren
rire aux éclats lachen; schateren uitgieren
se tordre de rire lachen; schateren