Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. scharrelaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor scharrelaar (Nederlands) in het Frans

scharrelaar:

scharrelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de scharrelaar
    le bricoleur

Vertaal Matrix voor scharrelaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bricoleur scharrelaar beunhaas; factotum; knoeier; knoeipot; knutselaar; koekenbakker; manusje-van-alles; morser; prutser; prutsers

Verwante woorden van "scharrelaar":

  • scharrelaars

Wiktionary: scharrelaar

scharrelaar
noun
  1. ornithol|nocat Espèce d’oiseau coracidé de l’Ancien Monde aux vives couleurs turquoise.

Cross Translation:
FromToVia
scharrelaar rollier d’Europe BlaurackeZoologie: auffällig blau gefärbter Vogel aus Familie der Racken