Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. schampen:
  2. schamp:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schampen (Nederlands) in het Frans

schampen:

schampen werkwoord (schamp, schampt, schampte, schampten, geschampt)

  1. schampen
    érafler; effleurer
    • érafler werkwoord (érafle, érafles, éraflons, éraflez, )
    • effleurer werkwoord (effleure, effleures, effleurons, effleurez, )

Conjugations for schampen:

o.t.t.
  1. schamp
  2. schampt
  3. schampt
  4. schampen
  5. schampen
  6. schampen
o.v.t.
  1. schampte
  2. schampte
  3. schampte
  4. schampten
  5. schampten
  6. schampten
v.t.t.
  1. heb geschampt
  2. hebt geschampt
  3. heeft geschampt
  4. hebben geschampt
  5. hebben geschampt
  6. hebben geschampt
v.v.t.
  1. had geschampt
  2. had geschampt
  3. had geschampt
  4. hadden geschampt
  5. hadden geschampt
  6. hadden geschampt
o.t.t.t.
  1. zal schampen
  2. zult schampen
  3. zal schampen
  4. zullen schampen
  5. zullen schampen
  6. zullen schampen
o.v.t.t.
  1. zou schampen
  2. zou schampen
  3. zou schampen
  4. zouden schampen
  5. zouden schampen
  6. zouden schampen
en verder
  1. ben geschampt
  2. bent geschampt
  3. is geschampt
  4. zijn geschampt
  5. zijn geschampt
  6. zijn geschampt
diversen
  1. schamp!
  2. schampt!
  3. geschampt
  4. schampende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor schampen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effleurer schampen aanroeren; aanstippen; even aanraken; lichtjes aanraken
érafler schampen bekrassen

Verwante woorden van "schampen":


schamp:

schamp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schamp (beschimping; belediging; spot)
    l'insulte; l'affront; l'injure
    • insulte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • affront [le ~] zelfstandig naamwoord
    • injure [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schamp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affront belediging; beschimping; schamp; spot
injure belediging; beschimping; schamp; spot krenking; kwetsing; scheldwoord
insulte belediging; beschimping; schamp; spot aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; laster; oneer; sarcasme; schande; scheldwoord; smaad; spot; spotternij

Verwante woorden van "schamp":