Overzicht
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. sauteren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sauteren (Nederlands) in het Frans

sauteren:

sauteren werkwoord (sauteer, sauteert, sauteerde, sauteerden, gesauteerd)

  1. sauteren

Conjugations for sauteren:

o.t.t.
  1. sauteer
  2. sauteert
  3. sauteert
  4. sauteren
  5. sauteren
  6. sauteren
o.v.t.
  1. sauteerde
  2. sauteerde
  3. sauteerde
  4. sauteerden
  5. sauteerden
  6. sauteerden
v.t.t.
  1. heb gesauteerd
  2. hebt gesauteerd
  3. heeft gesauteerd
  4. hebben gesauteerd
  5. hebben gesauteerd
  6. hebben gesauteerd
v.v.t.
  1. had gesauteerd
  2. had gesauteerd
  3. had gesauteerd
  4. hadden gesauteerd
  5. hadden gesauteerd
  6. hadden gesauteerd
o.t.t.t.
  1. zal sauteren
  2. zult sauteren
  3. zal sauteren
  4. zullen sauteren
  5. zullen sauteren
  6. zullen sauteren
o.v.t.t.
  1. zou sauteren
  2. zou sauteren
  3. zou sauteren
  4. zouden sauteren
  5. zouden sauteren
  6. zouden sauteren
en verder
  1. ben gesauteerd
  2. bent gesauteerd
  3. is gesauteerd
  4. zijn gesauteerd
  5. zijn gesauteerd
  6. zijn gesauteerd
diversen
  1. sauteer!
  2. sauteert!
  3. gesauteerd
  4. sauterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor sauteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faire sauter sauteren laten springen

Wiktionary: sauteren


Cross Translation:
FromToVia
sauteren faire sauter sautierenGastronomie: dünn geschnittenes oder zerkleinertes Gargut in wenig Fett in einer Pfanne mit hohem Rand (Sauteuse) oder in einem Wok bei mittlerer bis hoher Hitzeeinwirkung unter ständigem Rühren oder Schwenken kurz angaren oder fertig garen